Volgens de advocaat van de beklaagde, mr. J. Visscher uit Amersfoort, is er geen sprake geweest van verstoring van een dienst omdat deze nog niet was begonnen.

De hhg van Putten had de politie ingeschakeld omdat twee mannen al een aantal keren voorafgaand en na afloop van kerkdiensten kerkgangers hadden nageschreeuwd. Volgens president-kerkvoogd W. van den Hoorn ging het om „ordinaire scheldwoorden” die met straatprediking en het waarschuwen van mensen niets van doen hadden. „Vooral voor kinderen was het beangstigend.”

De kerk schakelde de politie in en de Zweed werd vervolgd op grond van artikel 146 van het Wetboek van Strafrecht: hij zou door het „verwekken van wanorde of het maken van gedruis” een kerkdienst hebben vestoord.

Van den Hoorn kan wel begrijpen dat de rechter de Zweed vrijsprak. „Er is inderdaad niemand in de kerk geweest. Maar het was wel een vervelende situatie.”

De kerk zet geen vervolgstappen omdat de mannen zich niet meer bij de kerk hebben laten zien.