Verbinding
Johannes 3:36a
„Die in de Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven.”
God is zo ingenomen met Zijn eniggeboren Zoon dat Hij ook behagen schept in allen die Hem aangrijpen als hun ene en enige hoop. De grote God heeft hém vastgegrepen die Zijn Zoon heeft vastgegrepen. Hij bewerkt de zaligheid voor allen die die zaligheid van de eenmaal gestorven Verlosser verwachten. Om de eer van Zijn Zoon zal Hij niet toelaten dat iemand die op Hem vertrouwt, wordt beschaamd. „Die in de Zoon gelooft, heeft het eeuwige leven.” Want de eeuwig levende God heeft hem tot Zich genomen en hem gegeven een deelgenoot te zijn van Zijn leven.
Als Jezus alleen je vertrouwen is, behoef je niet te vrezen dat je niet werkelijk gered zult worden, zowel nu als op de dag van Zijn verschijning. Wanneer een mens vertrouwt, dan is er een verbindingspunt tussen hem en God, en die verbintenis waarborgt zegen. Het geloof maakt ons zalig, omdat het er ons toe brengt dat wij ons vastklemmen aan Christus Jezus, en Hij is één met God, en brengt ons zodoende in verbinding met God.
Zo zal een mens wanneer hij vertrouwt op zijn werken, of op zijn gebeden, of op het geven van aalmoezen, of op sacramenten, of op iets van dien aard, niet worden gered omdat er geen verbinding is tussen hem en God door Christus Jezus.
O, dat zalig geloof: het verbindt ons met God door de Zaligmaker.
Charles Haddon Spurgeon, predikant te Londen
(”Rond de enge poort”, 1889)