EU en Londen oneens over Hof van Justitie
De Europese Unie en de Britse regering blijven het „fundamenteel oneens” over hoe de rechten van niet-Britse EU-burgers die nu in het Verenigd Koninkrijk leven na de brexit worden gegarandeerd. „De EU ziet geen enkele andere manier dan dat het Europese Hof van Justitie hoeder van die rechten blijft”, aldus EU-hoofdonderhandelaar Michel Barnier.
Barnier zei dit donderdag na afloop van de tweede onderhandelingsronde over het vertrek van de Britten uit de Europese Unie. De Britse regering heeft aangeboden de EU-burgers in Groot-Brittannië een speciale status te geven en die te garanderen onder Brits recht. Als het land uit de EU stapt, dan valt de Britse wetgeving ook niet meer onder het Europese Hof van Justitie, vindt Londen.
David Davis, de minister van Vertrek uit de EU, noemde de gesprekken van de afgelopen vier dagen toch „constructief en bemoedigend”. Hij zei dat Brussel en Londen het over veel dingen eens zijn, maar dat er veel „uitdagingen” over zijn.
Volgens Barnier moet de volgende ronde, die 28 augustus begint, „opheldering” bieden over veel vragen die de EU nog steeds heeft over de Britse positie, bijvoorbeeld over de eindnota van de scheiding. „Duidelijkheid daarover is van vitaal belang om voortgang te kunnen boeken. Dit dossier staat niet los van de andere onderwerpen.” De concrete kosten voor de Britten, die onder meer langlopende pensioen- en begrotingsverplichtingen hebben, zijn niet bekend maar worden geschat op 50 tot 100 miljard euro. Davis zei dat de Britse regering „haar internationale verantwoordelijkheden erkent”.
Ook moet er nog veel werk worden verzet om een oplossing te vinden voor de Iers-Britse grens, de enige landgrens van het VK met de EU. Die grens is sinds het Noord-Ierse vredesakkoord in 1998 open en dat wil de EU zo houden.