Column: Discussie over brandweerconditietest
Je moet kennis hebben van het werk dat je doet. Die kennis moet je op peil houden. Daarom krijg je bij aardig wat beroepen te maken met periodieke toetsen of scholing. Accountants en advocaten moeten jaarlijks een minimumaantal cursuspunten halen. Denk ook aan de politie, waar je regelmatig schiettesten moet afleggen of je rijvaardigheid moet laten controleren.
Bij de brandweer is het niet anders. Een belangrijk onderdeel daar is de conditietest. Bij een calamiteit moet een brandweerman het lang kunnen volhouden.
Nu is er bij de brandweer een verhitte discussie ontstaan over die conditietest. Onlangs werd er een nieuwe test ingevoerd. Het blijkt dat aardig wat brandweervrouwen voor deze test zakken. De Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers is daarom in rep en roer. Men is bang dat vrouwen in de komende periode gaan afhaken bij de brandweer, en dat is niet de bedoeling. We moeten juist enorm trots zijn op iedereen die bij de brandweer werkt.
Wat is het probleem bij de nieuwe test? Het onderdeel traplopen wordt als erg zwaar ervaren. Bij de oefening moet je met 42 kilo extra bepakking honderd traptreden lopen, zonder daarbij de trapleuning te gebruiken. Mannen én vrouwen moeten dat doen. Het doet er niet toe of je jong bent of al wat ouder en wat je gewicht is.
Brandweervrouw Jorien Staas (53 jaar) uit Oosterbeek kwam niet door de test heen en mag dus niet bij de brandweer blijven. Ze heeft de kwestie voorgelegd aan het College voor de Rechten van de Mens. Volgens haar is de nieuwe conditietest discriminerend. Er wordt geen rekening gehouden met verschillen tussen man en vrouw en met iemands leeftijd. Over een kleine twee maanden komt dit college met een oordeel. Wat valt er nu al over te zeggen?
In ieder geval dat er geen sprake is van direct onderscheid op grond van geslacht (man/vrouw). Iedereen moet de nieuwe conditietest doen. Voor iedereen geldt dezelfde eis van 42 kilo en honderd traptreden. Je kunt dus niet zeggen dat de brandweer direct onderscheid maakt. Dat was wel het geval geweest als mannen bijvoorbeeld met 42 kilo bepakking zouden moeten lopen en vrouwen met 40 kilo.
Het probleem doet zich pas voor bij de uitslagen van de test. Het blijkt dat vrouwen gemiddeld vaker zakken voor de nieuwe test dan mannen. Mogelijk hebben we te maken met een indirect onderscheid.
Er zijn al eens eerder uitspraken gedaan over conditietesten bij de brandweer en de politie. Eind 2009 oordeelde de Commissie Gelijke Behandeling in een zaak over een vrouw die werkte bij de militaire brandweer. Zij haalde de periodieke conditietest niet en gaf aan dat vrouwen moeilijker aan de norm kunnen voldoen dan mannen.
Volgens de commissie was er indirect onderscheid gemaakt. Dat is echter niet verboden. Het ging om specifieke functies met extreme piekbelastingen. Brandweermensen moeten onder zware omstandigheden kunnen blussen en levensreddende handelingen kunnen verrichten.
De staatssecretaris van Defensie had als standpunt dat mannen en vrouwen gelijkelijk voor alle taken inzetbaar moeten zijn. Hij baseerde zich bij de normen van de test op wetenschappelijke studies. De gekozen norm was volgens de commissie niet onredelijk en bovendien noodzakelijk. Daarmee was dit brandje geblust. De brandweervrouw verloor.
Een halfjaar later oordeelde dezelfde commissie in een zaak van een man van 53 jaar die had gesolliciteerd bij de politie. Hij kwam niet door de fysieke test. Mannen moesten deze test in 3 minuten en 20 seconden afleggen, vrouwen in 4 minuten. Volgens de man werd er indirect onderscheid gemaakt op grond van leeftijd: als vrouwen langer de tijd krijgen dan mannen, moeten oudere mannen meer tijd krijgen dan jongere.
De normtijden van de politie waren bepaald na onderzoek door de Vrije Universiteit. Uit de onderzoekcijfers bleek echter niet alleen dat vrouwen gemiddeld meer tijd nodig hebben voor de test, maar ook dat ouderen meer tijd nodig hebben. Het gebruik van één normtijd voor alle mannen had tot gevolg dat oudere mannen relatief vaak niet slaagden voor de test. Omdat vrouwen wel extra tijd kregen, was de normtijd dus geen absolute vereiste voor de functie. Volgens de commissie was er daarom sprake van verboden onderscheid op grond van leeftijd.
Terug naar Jorien Staas. Haar klacht moet zich niet beperken tot het onderscheid op grond van geslacht. Juist ook het onderscheid op grond van leeftijd is interessant. Over twee maanden wordt in deze zaak het signaal ”brand meester” gegeven. Los van dat juridische oordeel moet de positie van brandweervrijwilligers een blijvende zorg zijn van de politiek. We kunnen niet zonder hen.
Mr. Bart Bouter is advocaat bij Bouter Advocatuur in Barneveld. Reageren? rubriekforum@refdag.nl