Deskundige: Er kleven risico’s aan samenwerking politie met Russische geheime dienst
Dat de Nederlandse politie in zee gaat met de Russische geheime dienst om zo internetcriminelen op te sporen, kan Willemijn Aerdts, onderzoeker inlichtingenstudies aan de Universiteit Leiden, wel begrijpen.
„Soms moet de politie pragmatisch zijn, wil ze criminelen te pakken krijgen”, aldus Aerdts. Ze reageert op het bericht in de Volkskrant van zaterdag dat de Nederlandse politie „nauw” samenwerkt met de Russische geheime dienst FSB. Die samenwerking heeft tot doel (Russische) internetcriminelen op te sporen. „De politie kan via de Russische geheime dienst veel kennis verkrijgen over de werkwijze van Russische criminelen.”
Aan zo’n samenwerking kleven echter wel risico’s, legt Aerdts uit. „Op andere dossiers staan Rusland en Nederland immers lijnrecht tegenover elkaar. Denk aan het onderzoek naar de ramp met vlucht MH17 uit 2014. Je moet dus dossiers heel duidelijk afbakenen. Op welk onderwerp werk ik wel en niet samen met de Russen?”
Aerdts kan zich voorstellen dat de AIVD in de maag zit met de samenwerking tussen de Nederlandse politie en de Russische geheime dienst. „Doel van de AIVD is om de Nederlandse rechtsorde te beschermen. Haaks daarop staan pogingen van de Russische geheime dienst om zich te mengen in binnenlandse politieke kwesties in andere landen. Bekend is immers dat de Russen bijvoorbeeld probeerden de Amerikaanse presidentsverkiezingen te beïnvloeden.”
Alertheid is geboden, nu Russische spionnen samenwerken met de Nederlandse politie, stelt de onderzoeker inlichtingenstudies. „Daarom is het goed dat de AIVD Nederlandse politiemensen voor én na ontmoetingen met de FSB bevraagt op hun bevindingen. Om zo te voorkomen dat gevoelige informatie over bijvoorbeeld het MH17-onderzoek in Russische handen valt.”