Hopelijk blijft het toerisme naar Israël bloeien
In onze kerk hebben we een Chinese gids. Soms maken we na de dienst even een praatje. „Elke dag krijg ik vijf telefoontjes met het verzoek een groep rond te leiden”, vertelde ze. „We kunnen het werk niet meer aan.” Ze heeft het over Chineessprekenden uit Taiwan en Hongkong en andere delen van de volksrepubliek.
Met haar opmerking bevestigde ze verschillende ontwikkelingen. In de eerste plaats dat het zwaartepunt van de kerk zich naar het zuidelijk halfrond heeft verplaatst. „In Europa groeien de kerken niet”, vertelde de directeur van de Internationale Christelijke Ambassade in Jeruzalem me enkele maanden geleden. „Maar als we naar het zuidelijk halfrond kijken, dan ontstaat er een ander beeld. China heeft waarschijnlijk de grootste kerk in de hele wereld. Daar zijn 100 miljoen evangelische gelovigen.”
Ook blijkt uit haar opmerking dat er in Israël een tekort bestaat aan gidsen die de Chinese taal spreken. Niet elke toeristengroep kan een gediplomeerde Chinese gids krijgen. Verder is het duidelijk dat Israël voor veel Chinezen een aantrekkelijk vakantieland is.
Dat laatste geldt natuurlijk niet alleen voor toeristen uit China. Israël en de Palestijnse gebieden hebben veel, heel veel te bieden. Je hoeft maar te denken aan het doorgaans prettige klimaat, het gevarieerde landschap met zijn flora en fauna, de archeologische schatten, de rijke geschiedenis en cultuur, een kleurrijke, doorgaans gastvrije bevolking en niet te vergeten de cuisine. Ik hoop echt dat het toerisme en de pelgrimage de komende jaren verder op zullen bloeien. Maar er is ook een aantal zaken die het toerisme kunnen belemmeren.
De eerste is het gebrek aan vrede. Dit betekent dat het geweld weer op kan laaien. De afgelopen jaren is gebleken dat het toerisme dan in elkaar zakt. Daarom is het van harte te hopen dat de Amerikaanse president Trump erin slaagt om beide partijen te bewegen vrede te sluiten.
De tweede is het voornemen van het Israëlische ministerie van Binnenlandse Zaken om een oude regel toe te passen. Deze bepaalt dat toeristen Bethlehem niet mogen bezoeken zonder toestemming van het leger. Een visum voor Israël is namelijk een visum voor Israël, vindt het ministerie. En dus niet voor de Palestijnse steden. Pelgrims uit arme landen logeren vaak in Bethlehem, omdat Israël voor hen te duur is.
Dit soort hindernissen is onnodig en ongewenst. De komst van toeristen is voor zowel Israëliërs als Palestijnen gunstig. Al bestaat er spanning tussen Israël en de Palestijnse gebieden, het is een en hetzelfde Heilige Land.
De derde is de bouw ten koste van het landschap. Het is net Pasen geweest, een periode waarin veel buitenlanders komen, inclusief schatrijke miljonairs. Kranten komen dan met glossy bijlagen waarin projectontwikkelaars hun nieuwste pompeuze bouwsels etaleren. Soms op de mooiste plekken van het land. De autoriteiten zouden zorgvuldiger met landschap en natuur om moeten gaan dan nu het geval is. Het land is daarvoor te mooi.
RD-correspondent Alfred Muller levert wekelijks vanuit Jeruzalem commentaar op gebeurtenissen in Israël. Vandaag: Chinese gidsen kunnen het werk niet meer aan.