Weduwe uit Sumatra krijgt schadevergoeding
Voor het eerst krijgt een weduwe van een geëxecuteerde man op het eiland Sumatra in het voormalig Nederlands-Indië een schadevergoeding van Nederland. Dat heeft het Comité Nederlandse Ereschulden (K.U.K.B.) donderdag bekendgemaakt.
Het gaat om een regeling buiten de rechter om. De man van de hoogbejaarde vrouw kwam om tijdens een bloedbad bij Rengat op Sumatra in januari 1949. Nederlandse paratroepen trokken op tot in de plaats, die ook werd gebombardeerd. Onderweg werden mensen geëxecuteerd.
De weduwe vertelde hierover: „Mijn man en ik waren thuis, vervolgens kwamen de Hollanders. Ik was verborgen onder het huis. Vervolgens is mijn man binnen het huis neergeschoten door de Hollanders. Mijn man werd begraven naast mijn huis”. Haar man Hamzah werkte bij de politie. De vergoeding bedraagt 20.000 euro.
Advocaat Liesbeth Zegveld stond de weduwe bij. „Ik ben tevreden dat wederom een zaak buiten de rechtszaal is opgelost”, aldus Zegveld.
Voorzitter Jeffry Pondaag van K.U.K.B. noemt het „symbolisch” dat hij het bericht over de vergoeding op de dag van de Dodenherdenking heeft gekregen. Zijn stichting is de motor achter de schadeclaims van weduwen en kinderen van geëxecuteerden.
Tot op heden kregen weduwes op Zuid-Sulawesi en Java (waaronder het dorp Rawagede) schadevergoeding. Een behoorlijk aantal zaken van weduwes en kinderen van geëxecuteerde mannen loopt nog. Eind maart werd bekend dat er ook nog ruim vijfhonderd nieuwe schadeclaims in de maak zijn.