Het zorgakkoord, dat bedoeld is om de zorgkosten niet uit de hand te laten lopen, was nodig omdat het vorige afliep. De vorige overeenkomst was voor meerdere jaren, maar omdat er een nieuw kabinet in de steigers staat, zijn nu slechts afspraken gemaakt voor een jaar. Staatssecretaris Martin van Rijn sloot het akkoord vrijdag namens minister Edith Schippers, voor wie hij waarneemt zolang zij de kabinetsformatie in goede banen moet leiden.

De afgelopen jaren mochten de zorgkosten voor medisch specialisten maar met 1 procent per jaar stijgen. Nu krijgen de specialisten wat meer ruimte. Door de vergrijzing en steeds duurdere behandelingen is het steeds moeilijker voor specialisten om binnen het afgesproken budget te blijven.

De onderhandelaars hebben ook afgesproken vaker een beroep te doen op huisartsen, wijkverpleegkundigen en bijvoorbeeld zorghotels, waar patiënten kunnen opknappen na een ziekenhuisbehandeling. Dat moet dure ziekenhuiszorg schelen. Verder zijn er tal van afspraken gemaakt over vermindering van bureaucratische rompslomp, het tegengaan van wachtlijsten en meer transparantie.

Tegelijkertijd betekent het akkoord een meevaller voor het kabinet. De kosten stijgen door de nieuwe afspraken 200 miljoen minder dan het Centraal Planbureau verwachtte. Dat geld kan nu anders worden besteed.

Het vorige zorgakkoord geldt als een succes: de jarenlange snelle groei van de zorgkosten bleef de afgelopen jaren beperkt. De achterbannen van de onderhandelaars moeten het nieuwe akkoord nog wel hun zegen geven.