HRW: Justitie Balkan niet klaar voor rechtzaak oorlogsmisdadigers
Justitie in Kroatië, Servië–Montenegro en Bosnië is er niet klaar voor de berechting van oorlogsmisdadigers over te nemen als het Joegoslavië–Tribunaal in Den Haag moet sluiten. Dit schrijft de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) in een donderdag gepubliceerd rapport.
Rechters zijn vaak etnisch bevooroordeeld; veel aanklagers bereiden hun zaak slecht voor. De juridische samenwerking tussen de balkanlanden, deels voormalige vijanden in de oorlog, is slecht. Er zijn geen goede regelingen om getuigen te beschermen tegen wraakacties en dergelijke. Ook is er volgens HRW op de Balkan onzekerheid over strafvervolging volgens het principe van de commandantenverantwoordelijkheid.
HRW heeft als waarnemer een aantal processen wegens oorlogsmisdaden bijgewoond die de afgelopen jaren voor rechters in ex–Joegoslavië zijn gevoerd. HRW juicht het feit toe dat in Sarajevo en Belgrado speciale kamers worden opgezet die gespecialiseerd zijn in het berechten van verdachten van oorlogsmisdaden.
HRW roept op tot maatregelen zoals betere opleiding van rechters en aanklagers. Hulp van de EU–landen is gewenst: „Alle staten die het Joegoslavië–Tribunaal hebben gesteund, hebben ook een echt belang in succesvolle strafvervolging ter plaatse."
Het Joegoslavië–Tribunaal is voorbereidende procedures begonnen om minder belangrijke verdachten van oorlogsmisdaden, die al in Scheveningen zitten, terug te sturen naar de Balkan voor berechting ter plaatse.
Het tribunaal is in 1993 opgericht door de VN–Veiligheidsraad. In het kader van de ’voltooiingstrategie’ die door de Veiligheidsraad is vastgesteld, moet het Joegoslavië–Tribunaal zich in zijn laatste levensfase concentreren op de hoofdverdachten. Eind dit jaar moeten alle nieuwe onderzoeken zijn afgerond. De processen in eerste aanleg moeten eind 2008 klaar zijn, de beroepszaken eind 2010.