De dood geen dood
Johannes 11:43
„En als Hij dit gezegd had, riep Hij met een grote stem: Lazarus kom uit!”
Jezus wil te kennen geven dat Zijn macht en die van de Vader zich in die richting betoont dat Zij de doden weer levend willen maken, zoals Christus zegt: „De Vader heeft de Zoon lief en toont Hem alles wat Hij doet, en zal Hem nog groter werken tonen dan deze, zodat gij u verwonderen zult, want gelijk de Vader de doden opwekt en levend maakt, alzo maakt ook de Zoon levend wie Hij wil” (Johannes 5:20, 21).
Zo wil dus de Heere Christus met deze geschiedenis van Lazarus’ opwekking de dwaling en de waan van heidenen wegnemen, die namelijk geen hoop op de opstanding uit de doden hebben. Dat doet Hij opdat zij niet zouden menen dat zij wegsterven als het redeloze vee, als een paard of koe, hond of kat, waarvan lichaam en ziel tegelijk vergaan.
Hij wil hun een andere zin in hun hart geven, dat zij geloven. Ik en de Vader willen de mensen wederom uit de doden opwekken; en al verslindt de dood hen ook, hij moet hen toch veel beter weer teruggeven dan zij tevoren geweest zijn.
Dit nu is de wil en het werk van de Heere Christus, dat Hij ons leert geloven dat de dood geen dood zal heten, hoewel het voor onze ogen niet anders schijnt alsof het met de mens, die eenmaal gestorven is, voorgoed uit is.
Maarten Luther, hoogleraar in Wittenberg
(”Vanaf lijdenstijd en opstanding”, 1540)