Hof wijst claim Van den Nieuwenhuyzen af
Het gerechtshof in Den Haag heeft donderdag de eisen tot schadevergoeding van de stichting Begaclaim tegen de Staat en tegen de Vereniging voor de Effectenhandel afgewezen. De zaak is een uitvloeisel van de strafvervolging van zakenman Joep van den Nieuwenhuyzen in het begin van de jaren ’90. Hij werd verdacht van voorkennis bij de handel in aandelen, maar werd vrijgesproken.
Van den Nieuwenhuyzen en de Koninklijke Begemann Groep, die door Van den Nieuwenhuyzen is opgezet, vinden dat zij schade hebben geleden door de vervolging van Van den Nieuwenhuyzen. De Staat is in hun ogen aansprakelijk, omdat Van den Nieuwenhuyzen ten onrechte is vervolgd en de Vereniging omdat die ten onrechte aangifte had gedaan van misbruik van voorkennis. De vordering tot schadevergoeding droegen zij over aan de stichting Begaclaim.
Het hof oordeelde echter dat de Staat noch de vereniging aansprakelijk is voor de schade. De vereniging mocht gezien de omstandigheden aangifte doen van misbruik van voorkennis bij de handel in aandelen HCS Technology. Op 31 juli 1991 waren voor rekening van de grootaandeelhouders van HCS (onder wie Van den Nieuwenhuyzen) 4,2 miljoen aandelen HCS verkocht, terwijl kort daarvoor in het kader van een reddingsoperatie belangrijk overleg had plaatsgevonden door grootaandeelhouders met de banken over een nieuwe emissie door HCS. De vereniging kon op grond daarvan tot het vermoeden komen dat sprake was van misbruik van voorwetenschap, aldus het hof.
Ook de Staat heeft niet onrechtmatig gehandeld jegens Van den Nieuwenhuyzen en Begemann, vindt het hof. Er bestond een redelijk vermoeden van misbruik van voorkennis en dan mag het Openbaar Ministerie tot vervolging overgaan. Als later vrijspraak volgt, betekent dat niet automatisch dat de Staat de schade die de ex–verdachte heeft geleden, moet vergoeden. Alleen als er sprake is van onevenredige schade, kan er aanleiding zijn de ex–verdachte daarvoor te compenseren, aldus de uitspraak. In dit geval is daarvan volgens het hof geen sprake, omdat Van den Nieuwenhuyzen door zijn handelwijze zich aan het risico van strafvervolging heeft blootgesteld.
De hoogte van de claims is niet aan de orde geweest. Slechts de vraag van rechtmatig handelen is besproken. De omvang van een eventueel schadebedrag zou in een andere zaak vastgesteld worden. Of de Stichting Begaclaim in beroep gaat tegen het arrest van het hof, moet de organisatie nog bekijken.