„Schaam je niet en praat over je autisme”
Wees open over autisme en vraag hulp als dat nodig is, adviseert Eveline Krejenzang (28) uit Driebruggen bij de start van de jaarlijkse Autismeweek. „Ik merk zelf dat mensen daar positief op reageren.”
Ze stond vorig jaar een keer in de Kwantum. De verkoper liet haar allerlei soorten laminaat zien, waardoor Krejenzang de draad kwijtraakte. „„Ik heb autisme en door al die informatie wordt het voor mij moeilijk kiezen”, heb ik toen gezegd. De verkoper had daar veel waardering voor.”
Niemand hoeft zich te schamen voor zijn autisme. „Ik zie het als een bijzonder extraatje dat we van de Schepper hebben gekregen”, zegt Krejenzang in haar woning in Driebruggen. „Dankzij mijn autisme heb ik soms meer oog voor details dan anderen.”
Ze heeft verschillende tips voor mensen met autisme: „Trek je terug wanneer dingen je te veel worden. Als je tot rust komt, kijk je weer fris tegen de dingen aan.”
Krejenzang adviseert verder om hulp te vragen als dit nodig is. Niet alleen bij mensen. „Bij God kunnen we 24 uur per dag aankloppen. Zo beschouw ik het krijgen van dit huis als gebedsverhoring. Datzelfde geldt voor mijn baan als welzijnsmedewerker op de dagbesteding van verpleeghuis Weddesteyn in Woerden. We mogen de Heere ook vragen of Hij ons moeilijke dingen in de Bijbel beter leert begrijpen.”
Boter
Op haar achttiende werd bij Krejenzang de diagnose autisme gesteld. Ze herkende veel in wat een docent over autisme vertelde. Zo heeft ze moeite met grote veranderingen of met het kiezen van een datum voor een activiteit die ver weg is.
Verder neemt ze opmerkingen letterlijk. Ook als die figuurlijk zijn bedoeld, zoals met je neus in de boter vallen. „Toen iemand dit zei, reageerde ik: „Wat vies, je zult net verkouden zijn.”
Boze buien
Het thema van de Autismeweek 2017 is Jong @ AUT. De organisatie koos hiervoor om het belang van vroege herkenning en erkenning van autisme onder de aandacht te brengen.
Dat is terecht, vindt Krejenzang. „Als bij mij de diagnose op jongere leeftijd was gesteld, zou ik beter begrepen zijn door mijn omgeving. En ik zou een hoop minder boze buien hebben gehad. Wanneer ik van slag raakte, uitte ik dit namelijk met boosheid.”
Mensen met autisme hebben moeite om alle informatie de juiste plek te geven, legt Krejenzang uit. „Ze trekken soms verkeerde conclusies omdat er één puzzelstukje op de verkeerde plek ligt. Omstanders kunnen hier negatief op reageren, terwijl degene met autisme niets te verwijten valt.”
Krejenzang zelf leerde via hulpverlening om gegevens te filteren en zo informatie een plekje te geven. „Daardoor krijg ik meer rust in mijn hoofd.”
De omgeving moet mensen met autisme open en eerlijk tegemoet treden. „Zeg het gewoon als je iets niet fijn vindt. Behandel ons niet als bijzondere mensen, want dat is lang niet altijd nodig.”
Geef iemand met autisme een eerlijke kans op een baan, vervolgt Krejenzang. „Ook als hij wat begeleiding nodig heeft. Wees verder niet argwanend, mensen met autisme willen graag zichzelf kunnen zijn.”