Recensie: Overbeeke beschrijft historie van de passiemuziek
Muziek voor de lijdenstijd: menigeen denkt dan aan Bachs passionen. Maar er is de eeuwen door meer passiemuziek geschreven, laat Emanuel Overbeeke in zijn nieuwste boek zien.
Bachs toonzetting van het Mattheüsevangelie en zijn passiemuziek bij het Johannesevanglie lijken de enige werken van belang te zijn rond het onderwerp passiemuziek. Elke muziekliefhebber weet natuurlijk dat er meer is, maar tot op heden is er aan dat ‘meer’ nauwelijks aandacht besteed. Musicoloog en publicist Emanuel Overbeeke heeft daar verandering in gebracht met een boek dat als titel een zinsnede heeft uit het slotkoor van de Matthäus Passion: ”Ruhe sanfte, sanfte Ruh!”. Hij beschrijft daarin de historie van de kerkelijke passiemuziek van haar ontstaan tot de meest recente voorbeelden uit de 20e eeuw.
Ongetwijfeld is hier het nodige speurwerk voor verricht en meer dan dat: Overbeeke heeft gedetailleerd kennisgenomen van deze muziek. Allereerst laat hij zien dat er in de kerk behalve muziek bij het lijdensevangelie meerdere tekstzettingen in omloop waren. Sommige gaan letterlijk terug op de Bijbel, zoals de Lamentatie (Klaagliederen van Jeremia) en de zeven kruiswoorden. Daarnaast liet de Rooms-Katholieke Kerk teksten toe die de smart van Maria over het lijden van haar Zoon beschrijven. Zo maken we kennis met het ”Stabat Mater”, een tekst uit de middeleeuwen waarin in felle bewoordingen wordt getoond wat een moeder doorstaat als zij haar kind ziet lijden en sterven. Hier dient zich meteen al een vraag aan: Hoever ga je in je keuzes? Waarom bijvoorbeeld niet de ”Lagrime di San Pietro” van Orlando di Lasso, waarin het berouw van Petrus wordt bezongen?
Per genre beschrijft de auteur een aantal historische en meer recente voorbeelden. Aan het eind van elk hoofdstuk geeft hij nog een aantal tips voor muziekstukken die ook de moeite van het beluisteren waard zijn.
Een belangrijk bespreekpunt is de functie van dit soort muziek: verkondiging of louter en alleen de kunst? Het Concilie van Trente was daar vrij duidelijk over: verstaanbaarheid was belangrijker dan de artistieke kwaliteit. Overbeeke mist in veel muziek uit de 20e eeuw het verband tussen tekst en muziek. Daar heeft hij zeker een punt. Bij muziek van de Russische componist Sofia Goebaidoelina maakt hij duidelijk dat zo’n verband geheel afwezig is.
Optimistische noot
Elk hoofdstuk krijgt een inleiding mee. Helaas is adequaat formuleren niet Overbeekes sterkste kant. Zijn zinnen zijn vaak zo lang dat je het begin weer opzoekt om het verband te zien. Verder is zijn taalgebruik nogal eens dubieus. Zo laat hij Bach „knutselen” en wordt in hoofdstuk 2 Calvijn in één adem met de taliban genoemd. Ook is men niet luthers maar lutheraans. Soms vraag je je af: Wat bedoelt de schrijver? Zoals waar men zich op Stille Zaterdag moet bezinnen op „Jezus Christus in de Hades.” O ja, weet iemand wat een „optimistische noot” is? Het staat er echt.
De uitgave van het boek is wel erg sober. Hadden de illustraties, waaronder verschillende meesterwerken uit middeleeuwen en renaissance, niet wat scherper gemogen en met een kleurtje kunnen worden afgedrukt?
Al met al een boek dat de moeite van het lezen waard is. De schrijver had er echter goed aan gedaan een kritische meelezer in te schakelen alvorens zijn boek ter publicatie aan te bieden.
Ruhe sanfte, sanfte Ruh! Passiemuziek, een veelkleurig palet door de eeuwen heen, Emanuel Overbeeke; uitg. Berne Media, Heeswijk, 2017; ISBN 978 90 8972 120 4; 176 blz.; € 17,50.