De Almachtige
Genesis 17:1b
„Ik ben God, de Almachtige! Wandel voor Mijn aangezicht en zijt oprecht.”
God, Die de Eerste in dit verbond is, maakt ook het eerst Zijn bedoeling en voornemen bekend. Hij toont aan wat Hij doen wil en wat wij van Hem te wachten hebben. Daarna schrijft Hij ons voor wat wij te doen hebben.
Pas dan ontsluit Hij Zijn eigen voornemen met deze kostbare, klare en gewichtige woorden: Ik ben de sterke God, de Almachtige, de onuitputtelijke en algenoegzame Bron van alle goed. Dat wil zeggen: die Kracht en dat hoogste Goed, dat alleen de mens genoegzaam is, dat aan niets gebrek heeft, niets behoeft, en alles aan alle creaturen geeft, en alleen door Zijn eigen kracht leeft, werkt en is.
Dit alles is vervat in de Hebreeuwse naam ”El Shaddai”, waarin Hij ook Zijn enigheid, almacht en goedheid met schone kortheid tot uitdrukking brengt. Daar echter kortheid meestal tot misverstand aanleiding geeft, verklaart God Zich nader in de volgende woorden: „Ik zal Mijn Verbond oprichten tussen Mij en tussen u en tussen uw zaad na u”, en „Ik wil uw God en de God van uw zaad na u zijn.” Want het is niet genoeg als iemand gelooft dat er één God is, of dat Hij ook de volkomen Algenoegzame is. U moet ook geloven dat deze almachtige God, Schepper van alle dingen, het hoogste Goed, úw God is. Ja, Hij bejegent de mensen die Hem zoeken rijkelijk, getrouw en vaderlijk.
Heinrich Bullinger, predikant te Zürich
(”Het verbond”, 1537)