Kabinet beschermt godsdienstvrijheid
Het kabinet blijft zich wereldwijd inzetten voor de vrijheid van godsdienst.
„De situatie waarin christelijke minderheidsgroepen zich bevinden in Azië, het Midden-Oosten en in sommige delen van Afrika is zeer zorgwekkend”, schreef minister Koenders (Buitenlandse Zaken) maandag in antwoord op Kamervragen over de Ranglijst Christenvervolging 2017 van Open Doors. Die groepen „vragen onze bijzondere aandacht.”
Het kabinet financiert vanuit het Mensenrechtenfonds allerlei projecten op het gebied van godsdienstvrijheid. Nederland en de EU kaarten het onderwerp ook aan bij overheden van landen waar het recht op vrijheid van godsdienst wordt geschonden of onder druk staat. En de mensenrechtenambassadeur besteedt veel aandacht aan het thema.
Koenders erkent dat de situatie voor christenen in landen zoals Somalië, Pakistan, Sudan, India, Bangladesh, Mali, Turkije, Sri Lanka en Mauritanië is verslechterd. En dat christenvervolging met name in Aziatische landen is toegenomen. „Die toename laat zich niet eenduidig verklaren.”
De bewindsman schrijft verder dat in delen van Afrika beneden de Sahara de invloed van het salafis- me en andere fundamentalistische stromingen binnen de islam toeneemt. Daar zijn christenen, maar ook gematigde islamieten, de dupe van. De radicale moslims vormen vooralsnog een minderheid, maar worden wel vanuit de Golfstaten gefinancierd. Nederland werkt met andere landen samen om de „weerbaarheid van lokale gemeenschappen tegen gewelddadig extremisme” te vergroten.