Argula von Grumbach was een van de eerste vrouwen die voor de Reformatie kozen
Argula von Grumbach was een van de eerste vrouwen die voor de Reformatie kozen. Door haar onafhankelijke manier van optreden en haar theologische kennis was ze haar tijd ver vooruit – als leek liet ze vaktheologen soms met een mond vol tanden staan. Geen wonder dat ze zowel vurig bewonderd als fel gehaat werd.
Velen denken dat Maarten Luther de Duitsers als eerste een Bijbel in hun taal schonk. Dat is niet juist. Er bestonden al vertalingen, zoals de in 1466 te Straatsburg verschenen Mentelinbijbel, en de Kobergerbijbel uit Neurenberg, daterend van 1483. Argula, geboren Freiin von Stauf, kreeg van haar vader een Duitstalige Bijbel –waarschijnlijk de Koberger– toen ze tien jaar oud was. Ze kon die zelf lezen en bestuderen. Dat ze grote interesse koesterde voor de politieke ontwikkelingen in die tijd zal haar eveneens zijn meegegeven door haar vader. Die poogde onder andere de positie van de adel tegenover hertog Albrecht te verstevigen.
Argula werd opgevoed aan het hof van hertog Albrecht en zijn vrouw Kundigunde, een zuster van keizer Maximiliaan. Zij moeten hebben gezien dat Argula zeer begaafd was, want toen haar opvoeding als voltooid beschouwd werd, koos Kundigunde haar tot hofdame. Opmerkelijk is dat ze daardoor in aanraking kwam met Johan von Staupitz, die voor Luther van grote betekenis is geworden. Hij bezocht het hertogelijk paar regelmatig en kwam onder de indruk van de ernst van Argula. Daarom droeg hij in 1518 zijn ”Von der Liebe Gottes” (handboek over de liefde van God) aan haar op. Von Staupitz wees zowel Luther als Argula op de verdienste van Christus en onomwonden keurde hij het bijgeloof van velen af. De geest van Christus moet ons vervullen!
Op grond van bewaard gebleven correspondentie is bekend dat de Reformatie Argula ter harte ging. Ze las Luthers publicaties en merkte in 1523 op dat ze „alles van dr. Martinus gelezen had wat in de Duitse tongval uitgegeven was.” Ook schreven Argula en Luther elkaar brieven. In de ”Tischreden” brengt de reformator Argula ter sprake. Hij vond het heel bijzonder dat een vrouw zelfstandig de geloofsleer onderzocht en zich inzette voor de Evangelische Kerk. De minder bekende ‘partijganger’ van Luther, Andreas Osiander, behoorde tot haar kennissenkring. Osiander was ook afkomstig uit Zuid-Duitsland en was bereid haar geschriften van een inleiding te voorzien. In Beieren genoten die weinig sympathie. In 1522 verbood de hertog Luthers leer aan te nemen en zelfs om daarover gedachtewisselingen te voeren.
Bijbel als leidraad
De belangrijkste universiteitsstad van Beieren was Ingolstadt. Toen de jonge student Arsacius Seehofer zich bekeerde tot het lutheranisme, na Luthers boeken aandachtig te hebben gelezen en die met anderen te hebben besproken, werd hij gedwongen zijn ketterijen in het openbaar te herroepen. Dat was voor hem onmogelijk, waarna hij in hechtenis genomen werd. In het klooster Ettal kreeg hij een ‘heropvoeding’. Mogelijk bracht Argula’s broer Marcellus, die in Ingolstadt rechten studeerde, haar hiervan op de hoogte. Ze gruwde van de acties tegen Seehofer. Met Osiander besprak zij de gebeurtenissen.
Argula voelde zich in september 1523 geroepen om een brief te schrijven aan de rector van de universiteit. Op grond van de Bijbel (ze citeerde die hierin maar liefst tachtig keer) toonde ze helder aan dat Arsacius Seehofer helemaal geen ketter was. Ze beval verder aan de Bijbel als leidraad te nemen, in plaats van de traditie van Rome. Argula voelde zich duidelijk gesterkt bij het lezen van Mattheüs 10:32 en Ezechiël 33. Hier bleef het niet bij: Argula zette haar relatie met de Beierse hertog uit vroeger jaren in door hem in een brief te verzoeken de jonge Seehofer weer op vrije voeten te stellen. In dezelfde brief citeert Argula onomwonden Luthers opvattingen over de rol van de wereldlijke overheid. Dit was erg moedig. Zij kwam niet alleen op voor de ‘ketter’, maar plaatste vraagtekens bij de leer.
De universitaire wereld van Ingolstadt trachtte ze te overtuigen door citaten uit de Bijbel, en daaruit blijkt wel haar uitstekende Bijbelkennis. Haar brief is conform de normen van de tijd en die van de retorica. Haar geloof blijkt rotsvast en haar zelfbewustzijn is groot. Zoals Maarten Luther verbaasd was over de verspreiding van zijn 95 stellingen van de 31e oktober 1517, was Argula von Grumbach dat over de reacties op haar pamflet over de gevangenisstraf van Seehofer. Binnen twee maanden verschenen er zestien herdrukken. Maar… de universitaire wereld van Ingolstadt hield zich stil. Waarschijnlijk vond die het onwaardig een discussie aan te gaan met een vrouw. Argula correspondeerde ook met keurvorst Frederik de Wijze van Saksen, de beschermer van Luther. Verder reageerde ze op haar eigen oom, de broer van haar moeder, die had aangedrongen op de arrestatie van zijn nicht.
Onder de duim
Zelfstandig reisde ze, terwijl het toch herfst was, in 1523 naar Neurenberg, waar de rijksdag werd gehouden. In een brief aan Spalatin, de kapelaan van Frederik de Wijze, wees zij voor haar vertrek op Psalm 121:5: „Alles is in Zijn hand!” De afloop was een grote teleurstelling, aangezien de aanwezige rijksgroten weinig interesse bleken te hebben voor de kerkelijke ontwikkelingen. Dat blijkt ook uit het feit dat haar geschriften niet beantwoord werden. Toch verloor haar echtgenoot in 1524 zijn positie als stadhouder, hoewel hij Argula niet steunde en rooms-katholiek bleef. Het motief van de Beierse hertog luidde dat Friedrich zijn vrouw ervan had moeten weerhouden om over religieuze zaken te gaan publiceren. Een edelman behoort zijn echtgenote onder de duim te houden! Helaas kon ze opmerken dat Friedrich het werk van Christus in haar tegengestaan had.
Argula von Grumbach verhuisde naar Neurenberg, omdat de maatregelen tegen evangelische christenen scherper werden. In Beieren werden in 1527 de eerste brandstapels al aangestoken. Maar in Neurenberg koos de meerderheid voor de Reformatie. Daarom schreef ze in 1524 nog een pamflet, een pleidooi voor de Reformatie in Regensburg. Keizer Karel V had bepaald dat het preken op evangelische manier verboden was. Op de 29e juni van dat jaar bepleitte ze bij de burgemeester en raadsheren van Regensburg toch vooral „aan het nieuwe geloof” vast te houden. God had immers de overheden ingesteld om de belangen van de zielen in hun gebied te behartigen? Die waren toch niet gekocht met zilver of goud, maar met het bloed van Christus? Ze vond het tijd om uit de slaap op te staan en de strijd aan te binden met de vijanden van God. Nee, niet met wapens, maar met het woord van God. Het is de opdracht onze naaste lief te hebben en in vrede met elkaar te leven. Dat ze aanhangster was van het principe ”sola Scriptura” is duidelijk in haar pamfletten terug te vinden.
In 1530 was de rijksdag van Augsburg belegd. Zou de Duitse keizer de evangelischen enige ruimte gunnen? Argula was aanwezig om ieder duidelijk te maken waar het hun, op grond van de Schrift, om ging. Het was de taak van Melanchthon om met behulp van de Augsburgse Confessie te verduidelijken wat de verschillen en de overeenkomsten tussen Rome en de Reformatie waren. Luther hield zich, vogelvrij, zo dicht mogelijk bij deze stad op. Hij mocht van de keurvorst verblijf houden op de Coburg, in het zuidelijkste deel van Saksen. Argula ontmoette de reformator daar voor de eerste keer in eigen persoon en sprak met hem. Luther noemde haar in een brief aan Johan Briesmann in Koningsberg „een zeldzaam werktuig van Christus.” Argula arrangeerde op de Coburg eveneens gesprekken met Melanchthon en Bucer om samen te onderzoeken welke opvatting over het heilig avondmaal de Bijbels juiste was. In 1529 stonden die twee in Marburg immers nog lijnrecht tegenover elkaar?
Persoonlijk leed bleef Argula niet gespaard. Ze verloor al jong haar ouders, en enkele jaren later ook haar broer Marcellus. Nog voordat ze 45 jaar was, was ze al twee keer weduwe geworden, en ze overleefde drie van haar vier kinderen (zie kader ”Persoonlijk leven”). Alleen haar zoon Gottfried maakte de dood van zijn moeder rond 1568 mee. Enige jaren daarvoor beleed Argula de dood niet te vrezen en sprak ze het vermoeden uit dat na haar sterven honderden vrouwen haar roeping ten dienste van de Reformtie zouden overnemen. En ze schatte in dat die veel meer belezen en geschikt zouden zijn dan zij om te schrijven…
Even populair als Luther
In Nederland is Argula von Grumbach tamelijk onbekend. Maar haar betekenis voor de Reformatie is groot geweest. Met velen correspondeerde ze. Hoewel dat voor vrouwen hoogst ongebruikelijk was, reisde ze naar Neurenberg en Augsburg om door de keizer uitgeschreven rijksdagen bij te wonen. Ze was bekwaam in wat we nu ”netwerken” noemen en nam initiatieven om in Zuid-Duitsland evangelische gemeenten te stichten. Ze bestreed misstanden zoals simonie, de aflaathandel, corruptie, huichelarij en een werelds leven.
Haar invloed op vrouwen was erg groot. Van Argula kan gezegd worden dat ze door haar publicaties, die tussen september 1523 en het najaar van 1524 verschenen, misschien de succesvolste propagandiste van de Reformatie in haar tijd is geweest. Men berekende dat er 30.000 exemplaren van haar geschriften gedrukt zijn, een aantal dat nauwelijks onderdoet voor de oplage van Luthers werk.
Persoonlijk leven
Argula, Freiin von Stauff, werd in 1492 geboren in Beratzhausen bij Regensburg. De juiste datum is onbekend. Haar ouders waren Bernhardin von Stauff en Katharina Thering, die in Beieren tot de lagere hofadel behoorden. Zij had twee zussen en vier broers en bracht haar eerste jaren door op de burcht Ehrenfels. Overeenkomstig de wens van Argula’s ouders werd er voor haar een hoffunctie gezocht. Hertog Albrecht IV van Beieren nam haar in zijn hofhouding op en ze genoot daar zonder twijfel een uitstekende opvoeding, tezamen met de drie dochtertjes van de hertog. Ze werd onderwezen in alles wat men destijds voor adellijke meisjes nodig achtte.
Erg verdrietig was dat Argula in 1509 in vijf dagen tijd beide ouders aan de pest verloor. Ze was nog maar zeventien. Een oom, Hiëronymus, werd voogd, maar deze werd in 1516 als gevolg van politieke ontwikkelingen geëxecuteerd. In hetzelfde jaar trouwde Argula met Friedrich von Grumbach, eveneens van adel, die ze aan het hof had leren kennen. De hertog benoemde hem tot stadhouder van Dietfurt, een ambt dat doorgaans vervuld werd door adellijke heren. Het paar ontving van God vier kinderen: Georg, Hans-Jörg, Apollonia en Gottfried. De oudste, Georg, studeerde later in Wittenberg en woonde in bij Philippus Melanchthon.
Na de dood van haar rooms-katholiek gebleven man Friedrich von Grumbach is zij in 1533 hertrouwd met graaf Schlick van Passau, die van de Boheemse adel afstamde. Deze tweede echtgenoot stond sympathieker tegenover de Reformatie. Het huwelijk duurde helaas slechts twee jaar, want hij overleed reeds in 1535. Nieuw verdriet volgde toen in 1539 zowel haar dochter Apollonia als haar zoon Georg, die op dat moment zijn studie in de rechten te Leipzig voortzette, stierven. In 1544 werd haar zoon Hans-Jörg vermoord.
Daarna werd het leven stiller voor Argula, hoewel beschreven staat dat ze in 1563 gevangenisstraf kreeg. Ze zou een aantal ‘oproerverwekkende’ geschriften hebben laten voorlezen, zodat parochianen besloten de Rooms-Katholieke Kerk te verlaten. Argula overleed rond 1568; het precieze jaartal is niet bekend.