Hazenberg dacht in eerste instantie aan de darmbacterie E. coli, toen hij op vrijdag 9 en zaterdag 10 december enkele dode kippen in een van zijn stallen vond. „Maar op zondag vond ik er veertig en op maandag wel honderd. Toen was het eigenlijk al duidelijk.”

Nader onderzoek bevestigde het vermoeden van Hazenberg: de vogelgriep had zijn bedrijf getroffen. Er volgde een aantal moeilijke dagen, waarin de kippen werden vergast en geruimd. Hazenberg wilde per se zelf betrokken blijven bij deze ingrijpende operatie. „Ik wilde er controle op houden en het gaf me wat afleiding. Maar het was aangrijpend om te zien hoe de hennen geruimd werden”, zegt hij.

Vooral de ruiming van twee stallen waar de virusziekte niet was aangetroffen, was een bittere pil voor de kippenboer. „Ik heb nog voorgesteld om die stallen als experiment niet te ruimen, om te zien of de hygiënemaatregelen die ik het afgelopen jaar genomen had, zouden werken. Maar de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit wilde het risico niet nemen. Alles is gericht op het voorkomen van verspreiding van de vogelgriep. Daar heb ik wel begrip voor.”

Hazenberg dekte recent onder meer de regenwaterafvoeren van de daken van de stallen af om besmetting te voorkomen. Het is bekend dat veel wilde vogels het virus bij zich dragen. Die kunnen poep op de stallen en het erf laten vallen.

In totaal werden op het bedrijf van de Friese boer 63.500 kippen gedood. Ook 250.000 eieren werden vernietigd. De pluimveehouder schat zijn schade op 400.000 tot 800.000 euro.

In overleg met zijn familie heeft hij besloten om door te gaan met zijn bedrijf. Stoppen was eigenlijk nooit een optie. „Zo zitten wij niet in elkaar. We zijn echte Friese doorzetters en hebben de afgelopen tijd veel geïnvesteerd in ons bedrijf.”

Sinds de ruiming mag niemand het terrein van de boer op. Donderdag mocht Hazenberg weer in zijn stallen komen. De boer is begonnen met het schoonmaken. De mest die uit de stallen komt, moet vervolgens 42 dagen op het terrein blijven, in containers. Als hij daarna is afgevoerd worden de stallen nog een keer schoongemaakt. Daarna laat Hazenberg een koppeltje ‘verklikkippen’ in de stallen los. Als die niet ziek worden, komen er in maart 15.000 nieuwe kippen naar de boerderij in Abbega en in mei volgen nog eens 46.000.

Hazenberg zal tot die tijd niet stilzitten. Hij kreeg eerder een pluim van staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken voor de vele hygiënemaatregelen die hij had genomen. Daar gaat hij mee door. Hazenberg wil experimenteren met extra maatregelen om de vogelgriep buiten de deur te houden. „Ik denk erover om windbreekgaas aan te brengen bij de ventilatiekleppen, zodat er alleen droge lucht de stal binnen kan komen. En als iemand een ander idee heeft, wil ik dat ook proberen.”