Het gemeentebestuur mag het afsteken van vuurwerk in een deel van het centrum verbieden, oordeelde de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State woensdag. Dat gebeurde een jaar geleden voor het eerst, en een vuurwerkhandelaar wilde voorkomen dat Broertjes de komende jaarwisseling het explosieve goedje opnieuw in de ban zou doen. Tevergeefs.

Het verbod geldt onder meer voor het uitgaansgebied. Vanaf 18.00 uur op oudejaarsavond tot twee uur na middernacht mag daar niet geknald worden. Handelaren denken dat ze door het verbod minder vuurwerk verkopen. De Raad van State oordeelt echter dat het omzetverlies „niet zodanig is dat het college van burgemeester en wethouders daaraan een doorslaggevend gewicht diende toe te kennen”, als het afgezet wordt tegen het belang van „het voorkomen van gevaar en overlast voor winkelend en uitgaand publiek, bewoners en ondernemers in het aangewezen gebied.”

In 2014 hadden de vuurwerkhandelaren nog succes in het rechtsgeding dat ze aanspanden. Dat kwam door een vormfout: het college had besloten tot invoering van een vuurwerkvrije zone, terwijl dat volgens de rechter een persoonlijk besluit van de burgemeester had moeten zijn omdat het over handhaving van de openbare orde gaat. Eind vorig jaar oordeelde de rechtbank echter toch dat het college daartoe bevoegd is: het gaat hier niet om het feitelijk herstellen en bewaren van de openbare orde, maar om het stellen van nadere regels, en dat mag het college doen.

Tegen deze uitspraak ging vuurwerkhandelaar Witbaard in hoger beroep bij de Raad van State. Deze zaak heeft hij dus verloren. Het afsteekverbod is nu definitief, stelt de gemeente vast.

Positief

„Een mooie uitspraak”, zegt burgemeester P. I. Broertjes vergenoegd. Geen overlast, maar een rustig feest; „vorig jaar werd dit door veel mensen als zeer prettig ervaren. Ik heb er veel reacties op gekregen.”

De vuurwerkbranche stelt dat de oudejaarstraditie wordt aangetast. „De traditie respecteer ik, maar als het uit de hand loopt, moeten we daar iets aan doen”, zegt de Hilversumse eerste burger. „De overlast voor mensen en dieren is groot. Er wordt veel gedoogd, maar er is te veel schade aan mensen en middelen. Daar willen we nu eens paal en perk aan stellen.”

De stad in het Gooi verklaarde een deel van het centrum vuurwerkvrij. „Er wordt daar ’s avonds nog gewinkeld, er wonen mensen, er staan enkele kerken en het is een uitgaansgebied.”

Landelijk beleid

Het besluit van het gemeentebestuur is naar het oordeel van de Raad van State niet in strijd met het landelijke Vuurwerkbesluit, zoals de handelaren mopperden. In dat besluit staan echter helemaal geen regels over het aanwijzen van plaatsen waar vuurwerk mag worden afgestoken. „Het Vuurwerkbesluit beoogt dus niet uniform en uitputtend het afsteken van vuurwerk te regelen”, aldus de afdeling bestuursrechtspraak.

Van een algeheel verbod op het afsteken van consumentenvuurwerk is geen sprake. „Daar gaat de Tweede Kamer over”, zegt Broertjes. Zijn eigen mening houdt hij achter de kiezen. De landelijke overheid besloot al wel tot beperking van de afsteektijden.