Khadija Arib wil door als voorzitter van de Tweede Kamer
Khadija Arib (PvdA) is ook na de verkiezingen beschikbaar als voorzitter van de Tweede Kamer. Dat kondigde ze zaterdag aan via een interview in De Telegraaf.
Arib is voorzitter sinds januari 2016. Ze was destijds de opvolgster van VVD’er Anouchka van Miltenburg. Die hield wegens kritiek op haar functioneren de eer aan zichzelf.
In de Kamer staat Arib bekend als een voorzitter met gezag. Geregeld leest ze Kamerleden de les, bijvoorbeeld wanneer ze met hun gedrag ingaan tegen het reglement van orde. Ook onder bewindslieden geniet ze de reputatie streng te zijn. Zo maande ze zorgminister De Jonge verschillende keren omdat die te lang aan het woord zou zijn en lastige vragen van bijvoorbeeld de Partij voor de Dieren over het gevaar van nertsenfokkerijen voor de coronapandemie zou ontwijken.
Met een korte onderbreking van enkele maanden gedurende de kabinetsformatie van begin 2007 is ze al sinds 2005 Kamerlid.
Om de functie te kunnen prolongeren, moet Arib wel op een verkiesbare plek op de PvdA-kandidatenlijst komen te staan. Daarover toont ze zich in de Telegraaf strijdlustig: „Ik laat me niet zomaar aan de kant zetten.”
Bij haar herverkiezing in maart 2017 had ze geen tegenkandidaten. Niet uitgesloten is dat ze na de verkiezingen wel concurrentie krijgt. In de wandelgangen circuleren de namen van de Kamerleden Ockje Tellegen (VVD), die nu al ondervoorzitter is, en Paul van Meenen (D66). Hij is voorzitter van de vaste Kamercommissie Justitie en Veiligheid.