Ook Amerikaanse beurzen in de wachtstand
De aandelenbeurzen in New York zijn vrijdag met kleine uitslagen de handel uitgegaan. Beleggers lassen een adempauze in na de forse winsten eerder in de week. Die werd vooral getekend door de Amerikaanse presidentsverkiezingen, waarbij een definitieve uitslag nog altijd op zich laat wachten. De markten verwerkten verder een recordtoename van het aantal coronabesmettingen in de VS en een nieuw banenrapport.
De Dow-Jonesindex sloot 0,2 procent lager op 28.323,40 punten. De brede S&P 500 daalde een fractie tot 3512,78 punten terwijl de technologiegraadmeter Nasdaq marginaal steeg tot 11.895,23 punten.
Democraat Joe Biden heeft zijn voorsprong op president Donald Trump in de belangrijke staat Pennsylvania uitgebouwd. Als Biden die voorsprong niet meer kwijtraakt, heeft hij genoeg kiesmannen om de verkiezingen te winnen.
Beleggers leken de afgelopen dagen al rekening te houden met een overwinning van Biden, die naar verwachting wordt opgescheept met een overwegend Republikeinse Senaat. Radicale koerswijzigingen op het vlak van bijvoorbeeld winstbelastingen of fossiele brandstoffen lijken daardoor niet erg waarschijnlijk.
De markten verwerkten ook een nieuw Amerikaans banenrapport. De werkgelegenheid in de VS is vorige maand minder hard gegroeid dan in september. Wel overtrof de toename de verwachtingen van economen.
Bij de bedrijven gooide techbedrijf Uber Technologies hoge ogen met zijn recentste kwartaalcijfers. Door de coronacrisis waren er fors minder taxiritten via de gelijknamige ritjesapp, maar de bezorgtak groeide wel erg hard omdat veel meer maaltijden aan huis werden bezorgd. Het aandeel won bijna 7 procent.
De handel in farmaceut Biogen werd aan het einde van de sessie stilgelegd. Een onderzoek naar een potentieel Alzheimermedicijn heeft niet kunnen aantonen dat het geneesmiddel effectief is, stelt een onderzoekscommissie van medicijnwaakhond FDA.
Een vat Amerikaanse olie werd 3,6 procent goedkoper op 37,40 dollar. Brentolie daalde 3 procent tot 39,70 dollar. De euro was 1,1881 dollar waard, tegenover 1,1884 dollar bij het sluiten van de Europese beurzen.