Tweede golf roept sterk zomers herstel halt toe
Scherp omlaag en daarna als een raket weer omhoog, dit laatste is waar we in economisch opzicht natuurlijk op hopen. De cijfers over de achterliggende maanden duiden op zo’n V-vormig herstel. Maar dan kijken we alleen achterom. Inmiddels zitten we in de tweede golf en die zal voor een nieuwe dip zorgen.
Rond deze tijd wordt de balans over het derde kwartaal opgemaakt. Vanuit Europa zijn er al gegevens binnen. Voor Nederland moeten we wachten tot aanstaande vrijdag. Dan rapporteert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over de gang van zaken in de voorbije zomer.
Eurostat, het Europees statistiekbureau, publiceerde eind vorige week het cijfer voor het bruto binnenlands product (bbp), de optelsom van alle geproduceerde goederen en diensten, in het geheel van de eurozone. Wie de bijbehorende grafiek van de mutaties op kwartaalbasis bekijkt, ziet tot 2020 een vrij vlakke curve, steeds in de buurt van de nul. Dat is de ‘normale’ situatie: een groei, of soms een krimp, van de ene op de andere driemaandsperiode van enkele tienden van een procent. Maar dan verschijnen opeens de contouren van de letter V in beeld: een steile lijn naar beneden, meteen gevolgd door een zelfde lijn naar boven.
Coronacrisis
Het is de weergave van de ontwikkelingen sinds het uitbreken van de coronacrisis. In het tweede kwartaal zakte het bbp van alle europartners samen met 11,8 procent in. In juli, augustus en september was er weer sprake van groei, zeer forse groei zelfs: 12,7 procent. Een zo krachtige opleving had Eurostat sinds het begin van zijn metingen in 1995 niet geregistreerd.
Ook de Nederlandse economie werd in de lente hard geraakt. Het CBS berekende over april, mei en juni een krimp van 8,5 procent. Het betekende een nationaal record in negatieve zin.
In vergelijking met omringende landen brachten we het er overigens nog redelijk van af. Duitsland (min 9,7 procent) en Frankrijk (min 13,8) bijvoorbeeld deden het slechter, Spanje spande de kroon met min 17,8 procent. Van deze drie kennen we reeds de uitkomst, met een plus ervoor, over het derde kwartaal: 8,2 procent in Duitsland, 18,2 in Frankrijk en 16,7 in Spanje.
Het CBS zal volgende week ongetwijfeld voor Nederland eveneens groeiherstel melden. ABN AMRO houdt het in een recent rapport op 4,3 procent. Dat zou, afgezet tegen bovengenoemde resultaten, bescheiden van omvang zijn. Daarbij moeten we bedenken dat wij in het tweede kwartaal een relatief geringe teruggang beleefden. Dat leidt nu tot een navenant meer gematigde opleving. Maar tevens constateert ABN AMRO: „Omdat wij in september tot de landen behoorden met het hoogste aantal Covid-19-besmettingen per duizend inwoners, zal de Nederlandse economie in het derde kwartaal in de achterhoede van de eurozone eindigen.”
Teruggeveerd
De economieën zijn stevig teruggeveerd van de klap die zij eerder incasseerden. Einde recessie, kortstondig van duur? Was het maar waar. Zo moeten we vaststellen dat het niveau van het bbp, ondanks de omslag in de gewenste richting, sterk achterblijft bij dat van het derde kwartaal in 2019. Een vergelijking van jaar op jaar laat voor het eurogebied een daling zien van 4,3 procent. We zijn misschien geneigd niet meer te schrikken van een dergelijk percentage, maar in historisch pers-pectief betekent dat een enorme dreun. „We bevinden ons in een diepe crisis”, herhaalde president Klaas Knot van De Nederlandsche Bank kortgeleden.
Bovendien slaat ondertussen het virus opnieuw in alle hevigheid toe. De beperkende maatregelen zijn overal aangescherpt. „Het herstel wordt daardoor onderbroken”, met de woorden van Europees commissaris Paolo Gentiloni (Economie) donderdag bij de presentatie van een nieuwe prognose voor de EU.
Het huidige klimaat van angst en onzekerheid vertaalt zich in terughoudendheid bij consumenten en ondernemers. Wel zijn bedrijven nu beter voorbereid dan in het voorjaar, bijvoorbeeld wat betreft thuiswerken en hygiënemaatregelen op de werkvloer. Daardoor kunnen zij waarschijnlijk de schade ditmaal beperken.
Somber
Hoe dank ook, president Christine Lagarde van de Europese Centrale Bank was op haar jongste persconferentie somber. Alle informatie wijst volgens haar op „een aanzienlijke verzwakking van de economische bedrijvigheid in het laatste kwartaal.” Dit geldt vooral voor de dienstensector, met onder andere de horeca en het toerisme. ABN AMRO is ook voor volgend jaar niet optimistisch. De oplopende werkloosheid, de toenemende inkomensonzekerheid en het stijgende aantal faillissementen zullen de opleving dempen.
Gentiloni slaat een zelfde toon aan: „De groei keert in 2021 terug, maar het zal zeker twee jaar duren voordat de Europese economie het niveau van voor de pandemie heeft bereikt.” Al met al voorspelt de Commissie voor het eurogebied –en dat „omgeven met een extreem hoge graad van onzekerheid en neerwaarts risico”– een krimp in dit jaar van 7,8 procent en een groei in 2021 van 4,2 procent. Voor Nederland raamt zij respectievelijk min 5,3 en plus 2,8 procent.