Het schip van bijna 400 meter lang kwam op de zuidelijke vaarroute, die schepen dicht langs de Waddeneilanden voert, in de problemen toen het in een storm terechtkwam. Dankzij de ruim driehonderd containers die overboord sloegen, kampen die eilanden nog steeds met ‘troep’ op de stranden, meldden strandjutters eerder.

Oud-minister Jeroen Dijsselbloem, voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV), wil de urgentie benadrukken. „Dit kan morgen weer gebeuren.” Volgens hem moet de informatievoorziening voor schepen beter en moet het mogelijk zijn vaarroutes te sluiten. Op korte termijn moet de Kustwacht ook schepen op de noordelijke vaarroute gaan waarschuwen, en dan niet alleen de grote vrachtschepen. Nu krijgen alleen containerschepen op de zuidelijke route een waarschuwing tijdens noodweer. „We zijn er nog niet”, aldus Dijsselbloem.

Daarnaast moeten de containers beter worden vastgezet op de schepen, vindt onder meer de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Bij twee derde van de onderzochte schepen was het sjorren van de lading niet in orde. De ILT pleit voor meer aandacht voor het sjorwerk (het vastzetten van de lading) en de gebruikte sjormaterialen.

De meeste risico’s die op de zuidelijke route gelden, spelen ook op de noordelijke. De Waddenvereniging riep eerder al op ook de noordelijke route af te sluiten voor vrachtschepen tijdens noodweer. Ook kleinere schepen lopen risico. Ruim een maand na het ongeluk met de Zoe verloor een schip van rond de 160 meter zeven containers bij de Wadden.