Meditatie: De Voorbidder en de vijand
„Simon, Simon, zie, de satan heeft ulieden zeer begeerd om te ziften als de tarwe; maar Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoudt.” - Lukas 22:31-32
We beleven verwarrende tijden. We merken hoe onzeker aardse zekerheden zijn. We voelen ons heen en weer geslingerd. Jezus gebruikt het beeld van een grote zeef waarop koren en kaf heen en weer worden geschud en omhoog geworpen. Het kaf waait weg in de wind. Tegelijk verdwijnen zand en vuil van onderen. Alleen de korenkorrels blijven liggen op de mazen van de zeef.
Jezus zegt dat de satan ons zeer heeft begeerd om te ziften als de tarwe. Je kunt ook vertalen dat de satan ons heeft opgeëist. Dat is in werkelijkheid ongekend brutaal. De duivel is een dief en moordenaar die geen enkel recht van spreken heeft. De Enige Die ons kan opeisen, is de Heere. In zekere zin heeft Hij recht op al Zijn schepselen. Nog meer geldt dat voor de verbondskinderen, en in de meest uitgesproken zin voor alle ware gelovigen.
Baken in zee
Christus waarschuwt ons voor het gevaar. De bedoeling van de satan is niet dat de tarwe wordt gezuiverd, maar dat de korenkorrels door de mand vallen en vergaan. In gedachten zie je hoe het koren heen en weer gaat op de zeef. Je ervaart het ziften als je heen en weer wordt geslingerd door verontrustende nieuwsberichten. Je vraagt je af wat er zal gebeuren. Je voelt onzekerheid, onrust en angst. Ook op heel andere wijzen kan het ziften concreet worden. Nu we dankbaar gebruikmaken van extra onlinemogelijkheden, probeert de vijand via internet eveneens zijn slag te slaan.
Het goede nieuws is dat Christus voor het gevaar waarschuwt als de Voorbidder: „Maar Ik heb voor u gebeden…” Ten diepste staat of valt onze redding met Hem en Zijn volbrachte werk. In eigen kracht kunnen wij niet tegen de vijand op. Wat dat betreft, is Petrus een baken in zee. Met al zijn zelfverzekerdheid valt hij dezelfde avond al door de mand, erger dan iemand had gedacht.
Het valt op dat Jezus’ voorbede is gericht op volharding in het geloof. Zijn grootste gebedspunt is dus niet de beëindiging van het ziften, maar oprechte overgave in het geloof. Dat is een belangrijk leerpunt voor ons in deze tijd van beproeving. Juist nu is het zaak dat we ons richten op het ene nodige. Wat er ook gebeurt, als we maar geborgen zijn bij Hem.
Veelzeggend is het gebed van de Voorbidder in Gethsémané. Daar wordt Christus Zelf gezift als de tarwe, Hij als geen ander. Daar vallen alle discipelen door de mand. Daar worstelt Hij alleen. Daar toont Hij Zich bereid om te volharden totdat Hij alles heeft volbracht.
Breder
Misschien vraagt iemand zich af: Bidt Jezus wel voor mij? Het gebed in Lukas 22 heeft primair betrekking op Petrus. Maar in de Hebreeënbrief wordt Christus’ voorbede breder getrokken: „Waarom Hij ook volkomen kan zaligmaken degenen die door Hem tot God gaan, alzo Hij altijd leeft om voor hen te bidden” (Hebreeën 7:25). Kortom, Jezus bidt voor u die door Hem tot God gaat. Zoek de schuilplaats daarom bij Hem, want veilig bent u alleen bij Hem.