Boswachter: laat herten met rust, ze zijn gewoon moe
Staatsbosbeheer krijgt de laatste dagen opmerkelijk veel meldingen binnen van wandelaars die denken dat ze een „ziek” hert hebben gezien. In werkelijkheid gaat het om mannetjesherten die helemaal uitgeput zijn van de bronstperiode die ze net achter de rug hebben. De dieren moeten even uitrusten en zijn na hooguit een paar dagen weer opgeknapt. „Laat ze gewoon met rust”, adviseert boswachter Marijke Lieman, die op Schouwen-Duiveland werkt.
In de noordelijkste punt van Zeeland leven zo’n duizend damherten, aldus Lieman. Aan het einde van de bronst zien wandelaars en fietsers wel herten in een versufte toestand rondzwalken alsof ze ernstig ziek zijn. Op andere plekken blijven herten gewoon liggen ondanks de nadering van mensen. „De beesten zijn afgebronst, zoals wij dat noemen. Ze hebben een maand lang niet of nauwelijks gegeten, met heel veel vrouwtjes gepaard en gevochten met concurrenten. Daar moeten ze even van bijkomen. Het is niks bijzonders, maar we krijgen dit jaar veel meer meldingen dan anders”, aldus Lieman.
Lieman denkt dat er twee redenen zijn voor de vele meldingen: het einde van de bronstperiode valt toevallig net in de herfstvakantie en er zijn door de coronacrisis veel meer toeristen dan anders in de natuurgebieden. „Het is waanzinnig druk, er is op sommige plekken bijna geen doorkomen aan. We lopen de hele dag te waarschuwen: blijf op de paden, hou honden aan de lijn en nu dus ook: blijf uit de buurt van vermoeide herten.”