Enige commerciële kwallenkweker van Nederland stopt ermee
Piet Sondervan, de enige commerciële kwallenkweker in Nederland stopt ermee. De markt is ingestort en hij is wel klaar met werkweken van zeven dagen. Toch kunnen kwallen in de toekomst wel eens een belangrijke bron van eiwitten in voedsel worden als alternatief voor vis, denkt Sondervan.
„Het is mooi geweest.” Kwallenkweker Piet Sondervan heeft vijftien jaar lang zeven dagen in de week de diertjes verzorgd die in allerlei ontwikkelingsstadia in borrelende glazen bakken huizen onder zijn kantoor in Wormerveer. De enige commerciële kweker in het land is „bijna 69” en beperkt zich voortaan tot advieswerk.
Als schooljongen deed Sondervan al karweitjes bij Artis. Eind jaren zeventig kwam hij er als biochemisch analist in dienst en bedacht onder meer een zuiveringssysteem voor de zeeleeuwen. „Die hoefden toen niet meer in chloorwater te zwemmen. Daar kregen ze witte oogjes van.” Na dertig jaar bij Artis was het crisis en moest hij afvloeien. „Dierentuinen hebben nooit geld.”
Omdat hij geen zin had zijn dagen in ledigheid door te brengen, besloot advieswerk te gaan doen en daarnaast kwallen te kweken voor verkoop aan dierentuin en aquaria. „Als ik twintig jaar jonger was geweest had ik dat grootser aangepakt.” Dierentuinen kweken koudwaterkwallen tegenwoordig zelf en onderling ruilen ze die. Sondervan was daarom al gestopt met koudwaterkwallen. Nu stopt hij ook met de tropische kwallen, de coronacrisis schoffelde de markt onderuit. „Met mijn vrouw kwam ik tot de conclusie dat ik de moed niet meer heb om straks opnieuw op te starten en zeven dagen in de week te werken. Je hoeft niet in het harnas te sterven.”
Kwallen die er op het strand uitzien als klodders half-transparant materiaal, tonen zich in aquaria als gracieuze wezens die op de stroming meedeinen ook al kunnen ze zelf actief zwemmen. Teer en kwetsbaar zijn ze: scherpe kantjes of ruwe stenen scheuren ze gemakkelijk aan flarden. Toch worden de dieren ook gevreesd vanwege de giftige pijltjes in hun tentakels waarmee ze kreeftjes en kleine visjes vangen.
„Kwallen planten zich geslachtelijk en ongeslachtelijk voort, bevruchten zichzelf en veranderen ook wel van geslacht.” Sondervan wilde de voortplanting reguleren en zag mogelijkheden voor kwallen in aquaria, in dierentuinen en bij de horeca, maar het bleef bij een veelbelovende poging. Hoewel kwallen in alle oceanen voorkomen, luistert de samenstelling van zeewater heel nauw. Ook verlichting en temperatuur spelen mee. Sommige soorten leven in symbiose met bacteriën die zonlicht nodig hebben om suikers te produceren, die de kwal tot voedsel dienen.
„Ik ben met kleurige tropische kwallen begonnen, een aquarium verwarmen is gemakkelijker dan koelen.”
Om koudwaterkwallen te kweken kocht hij het naastgelegen pand. Sondervan financierde dat met advieswerk op het gebied van waterkwaliteit en zeewatersystemen voor industrieën die kwallen kweken als grondstof voor medicijnen, cosmetica en voedsel.
Chemie
Zijn eigen op aquaria gerichte kwallenkwekerij opende voor dat advieswerk deuren die anders gesloten bleven. „De in de aquaristiek opgedane kennis van de chemie van de zee en die van de aquacultuur waar productie wordt gemaakt, zijn naar elkaar toegegroeid.”
Dat komt goed van pas, want de vraag naar grondstoffen blijft groeien. Klimaat en milieu dwingen om onafhankelijk daarvan te voorzien in de wereldwijde behoefte aan voedsel. „Voorheen haalden vissers eiwitten uit de zee in de vorm van vis. Nu er minder vis is, moeten die eiwitten misschien van kwallen komen.”
Levenscyclus kwal
Kwallen zijn dieren zonder hart of hersenen. Er zijn twee levensvormen: de vrij in het water zwevende medusa en de poliep. De eerste zweeft in zwermen vrij door het water en produceert ei- en zaadcellen. De larven die hieruit ontstaan vormen poliepen die net als een zeeanemoon vast zitten op een ondergrond, waardoor ze meer op een plant lijken dan op een dier. De medusa ontstaat uit een uitgegroeide poliep. Hij wordt afgesnoerd, het zogenoemde strobuleren, en gaat daarna vrij zwemmen. Ook als poliep vermenigvuldigen kwallen zich, maar dan ongeslachtelijk. Sondervan ontdekte hoe hij met minuscule hoeveelheden chemische stoffen het strobuleren kan reguleren.