Weer veel doden in Bagdad
Zeker twintig mensen zijn zondag in de Iraakse hoofdstad Bagdad om het leven gekomen door aanslagen met bomauto’s. De zwaarste aanslag gebeurde vlak bij de ingang van een zwaar bewaakte politieacademie in het oosten van de stad. Daar vielen zeventien doden en tientallen gewonden, meldden de autoriteiten.
Kort daarvoor was in de sjiitische voorstad Sadr City een autobom ontploft. Daardoor kwamen zeker drie Irakezen om het leven. Ook ontplofte een bomauto op een kleine markt in het oosten van Bagdad. Die aanslag zou tegen een Amerikaanse militaire patrouille zijn gericht. Een Amerikaan raakte gewond.
Bij een beschieting van het ministerie van Oliezaken zijn volgens Arabische media zeker vier doden gevallen.
De aanslag bij de politieacademie eiste zoveel levens omdat er een lange rij recruten stond te wachten, meldden getuigen.
Zaterdag is een vredesakkoord gesloten tussen de Iraakse interim–regering en de sjiitische militie van Muqtada al–Sadr. De interim–regering geeft sjiitische militieleden vijf dagen om hun wapens in te leveren. Dat zei de nationale veiligheidsadviseur Kassim Daoud zondag.
Hij zei verder dat de Iraakse interim–regering meer dan 500 miljoen dollar zal vrijmaken voor de wederopbouw van Sadr–City, het verpauperde stadsdeel van Bagdad dat ernstig beschadigd raakte door gevechten tussen de militie van Muqtada al–Sadr en Amerikaanse militairen.
Krachtens het akkoord gaan de Iraakse politie en Nationale Garde een rol spelen in Sadr–City, aldus Daoud. Zij gaan maandag al aan de slag. Hij zei zich het recht voor te behouden om de hulp in te roepen van het Amerikaanse leger om de rust te bewaren in Sadr–City.
De Amerikanen reageerden voorzichtig positief op het bestand. „Het maakt ons voorzichtig optimistisch", aldus zegsman luitenant–kolonel James Hutton. De militie moet zich nu eerst bewijzen door de wapens in te leveren en het „initiatief" na te leven, zei de woordvoerder. Hij wilde niet spreken over een akkoord, maar alleen van een initiatief.
De overeenkomst werd zaterdag gesloten tussen vertegenwoordigers van al–Sadr, sjiitische stamleiders, Kassim Daoud en de Amerikaanse kolonel Abe Abrams. Zij spraken van een „verbaal verdrag". De militie levert volgens het pact zware en middelzware wapens in. In ruil daarvoor krijgen de militieleden amnestie en worden gevangen militieleden vrijgelaten.
De Amerikaanse minister van Defensie, Donald Rumsfeld, is zondagochtend vroeg op de luchtmachtbasis al–Asad in het westen van Irak aangekomen. Tijdens zijn niet tevoren aangekondigde bezoek ontmoette hij Amerikaanse mariniers die in de provincie al–Anbar vechten tegen Iraakse opstandelingen. Ook sprak hij met de commandant van de Amerikaanse troepen in Irak, generaal George Casey.
Rumsfeld, die voor het eerst in vijf maanden weer in Irak is, arriveerde op al–Asad in een transportvliegtuig vanuit Bahrein. Hij werd vergezeld door de Iraakse minister van Defensie, Hazim al–Shalaan.
Bij zijn vorige bezoek aan Irak, in mei, bezocht Rumsfeld de beruchte Abu– Ghraibgevangenis in Bagdad. In die tijd volgde de ene onthulling op de andere over mishandeling van Iraakse gevangenen door Amerikaanse militairen en bewakers.