De verkiezing van de president vormt het sluitstuk van een vredesproces om Somalië weer een regering te geven. Er waren drie stemrondes nodig voordat Yusuf een meerderheid achter zich kreeg. Hij versloeg de vroegere minister van financiën Abdullahi Addow met 189 stemmen tegen 79. Van de oorspronkelijke 28 presidentskandidaten hadden zich er vijf teruggetrokken.

Het 275 leden tellende overgangsparlement vergaderde voor de stemming in een stadion in Nairobi, in aanwezigheid van ministers van buitenlandse zaken uit omliggende landen.

Yusuf beloofde in een korte toespraak dat hij ‘dag en nacht’ zal werken om Somalië veilig te maken. Addow wenste hem succes en beloofde met de nieuwe president samen te werken.

De 70–jarige Yusuf klom onder Barre op tot de rang van kolonel in het leger. Net als Barre behoort hij tot de Darod, de op drie na grootste clan in Somalië. In 1978 vormde hij de eerste groep die in verzet kwam tegen de dictator. Toen de groep door Barre werd aangepakt, vluchtte hij naar Ethiopië, waar hij tot na de val van Barre bleef.

Ondanks de brede deelname aan het vredesproces, is er volgens diplomaten nog nauwelijks sprake van verzoening tussen de vroegere vijanden, die nu samen in een overgangsparlement zitten en met elkaar wedijveren om regeringsposten. De leden van het parlement hebben afgesproken de belangrijkste posten over de verschillende clans te verdelen. De voorzitter, Shariif Hassan Sheikh Aden, behoort tot de Digile–Merifle. De premier zou uit de Hawiye moeten komen. Belangrijke kandidaten zijn Addow en de krijgsheer Mohamed Qanyare Afrah. Hawiye–krijgsheren beheersen ook de hoofdstad, Mogadishu.

Europese vertegenwoordigers hebben een plan opgesteld, dat voorziet in een bedrag van 17,5 miljoen dollar om de nieuwe regering op poten te zetten. Sommigen geven toe dat dit bedrag bij lange na niet genoeg zal zijn. De Verenigde Naties schatten dat voor de wederopbouw van Somalië minstens vijf miljard dollar nodig is.