Justitie beslist over vuren F-16
Voor de derde keer binnen korte tijd moesten F-16’s deze week in het Nederlandse luchtruim een vliegtuig onderscheppen. Wat hangt ons boven het hoofd? Mogen de straaljagers schieten? „In het uiterste geval wel.”
Met een gangetje van ruim 1000 kilometer per uur knalden twee F-16-gevechtsvliegtuigen woensdagmorgen door het luchtruim boven Noord-Nederland. De knallen, die ontstonden toen de straaljagers door de geluidsbarrière braken, waren in de provincies Groningen en Friesland te horen.
Letterlijk met de vlam in de pijp waren de gevechtsvliegtuigen op weg naar een onbekend toestel dat het Nederlandse luchtruim was binnengekomen. Pas op het moment dat de F-16’s naast de vreemde kist vlogen, konden ze de identiteit achterhalen en bleek het allemaal wel mee te vallen. Het ging om een Amerikaans militair transportvliegtuig. Niets aan de hand. Het toestel was onderweg naar Noorwegen.
Het was woensdag voor de derde keer in korte tijd raak. Vorige week werd een Brits passagierstoestel dat op weg was van Hamburg naar Londen onderschept. De vrees bestond dat er een bom aan boord was. F-16’s van de vliegbasis Leeuwarden begeleidden het toestel naar Schiphol. Na onderzoek bleek er niets aan de hand.
In mei onderschepten de F-16’s een Spaans verkeersvliegtuig nadat de verkeersleiding geen contact kon maken met het toestel.
Ook het Amerikaanse militaire transportvliegtuig was op de radar verschenen en voldeed niet aan de verkeersleidingsregels; er was geen radiocontact. De F-16’s zijn vervolgens onder begeleiding van een gevechtsleider van het Air Operations and Control Station (AOCS) in Nieuw Milligen onmiddellijk op het toestel afgestuurd om het te identificeren en contact te maken met de bemanning.
Voor de verdediging van het luchtruim boven Nederland staan 24 uur per dag, zeven dagen per week F-16’s paraat. Deze Quick Reaction Alert (QRA)-taak stamt in feite uit de Koude Oorlog. Russische toestellen, waaronder de TU-95-Bear, waren regelmatige bezoekers van het vaderlandse luchtruim.
Bij een melding van een onbekend vliegtuig in het Nederlandse luchtruim zijn de volledig bewapende F-16’s binnen enkele minuten in de lucht om het vliegtuig te onderscheppen. De QRA rouleert over de drie F-16-bases in Nederland: Leeuwarden, Twenthe en Volkel. De aansturing is vanuit een ondergrondse bunker op het AOCS in het hart van de Veluwe.
Sinds de terroristische aanslagen in de Verenigde Staten ruim drie jaar geleden, zijn binnen de NAVO afspraken gemaakt over het onderscheppen van een burgervliegtuig dat mogelijk voor terroristische doeleinden wordt gebruikt. Dit zogenaamde Renegade-plan hanteren alle NAVO-landen.
Belgische F-16’s zijn dit jaar al twintig keer opgestegen om burgervliegtuigen te onderscheppen, zo meldt de Belgische luchtmacht. Sinds 1 januari werden de Belgische F-16’s zestig keer in de hoogste staat van paraatheid gebracht.
Het laatste voorval was afgelopen zondag. Om 14.30 uur stegen twee F-16’s op vanaf de basis Kleine Brogel om een lijnvlucht boven Belgisch grondgebied te onderscheppen. Het toestel was onderweg van Koeweit naar Engeland. Er was al geruime tijd geen communicatie meer tussen de vluchtcontrole en het vliegtuig.
Volgens overste Jos van der Leij, woordvoerder van de Koninklijke Luchtmacht, is de Nederlandse luchtmacht dit jaar al „tientallen keren” gewaarschuwd. Toch kwam maar drie keer naar buiten dat de gevechtstoestellen daadwerkelijk opstegen. „Ik denk dat het vaker is gebeurd.”
Het loopt tot nu toe steeds goed af maar 11 september 2001 laat zien dat het ook anders kan. Wat dan? Mogen de F-16’s een burgervliegtuig uit de lucht schieten? Van der Leij: „In het uiterste geval wel, maar dan spreken we over extreme situaties.”
De luchtverkeersleider aan de knoppen in Nieuw Milligen staat in direct contact met het ministerie van Justitie. Daar beslist uiteindelijk de minister over wel of niet vuren. „Die lijntjes zijn heel direct. Daar zitten niet veel mensen tussen.”
De Amerikaanse luchtmacht laat niets meer aan het toeval over. In de instructies voor piloten staat letterlijk: „We will take lives in the air to preserve lives on the ground.” (We nemen levens in de lucht om levens op de grond te beschermen.)