Onderzoeksrechter in Marengo-proces trekt zich terug
Een onderzoeksrechter in het omvangrijke liquidatieonderzoek Marengo tegen Ridouan Taghi en zestien medeverdachten trekt zich terug vanwege de „onaanvaardbare bejegening” door advocaten. Een woordvoerder van de rechtbank in Amsterdam bevestigt berichtgeving van Het Parool hierover.
De krant citeert uit de brief die de onderzoeksrechter schreef aan de rechtbank. „Bepaalde uitlatingen van sommige raadslieden gaan naar mijn oordeel alle normen van fatsoen te buiten”, aldus de rechter-commissaris. „Waar de een misschien zal zeggen dat het slechts woorden zijn, vind ik een dergelijke bejegening onaanvaardbaar in de zakelijke omgang tussen rechters, advocaten en officieren van justitie.”
2 oktober liet de onderzoeksrechter de rechtbank weten dat ze niet meer verder wil, omdat advocaten eerder „op een voor mij ongekend harde wijze hun afkeuring” hebben geuit over haar opereren. Ze denkt niet dat nieuwe verhoren nog „zullen bijdragen aan de waarheidsvinding”, maar vreest dat het steeds zal gaan over „uitingen van opvattingen over mijn functioneren en discussies over mijn beslissingen”.
Het is onduidelijk hoeveel vertraging het Marengo-proces hierdoor oploopt. De onderzoeksrechter geeft de rechtbank in overweging zelf de verhoren te doen of anders maar een of meer nieuwe onderzoeksrechter(s) in te schakelen.
Het strafproces Marengo gaat over meerdere liquidaties en pogingen daartoe. Eind vorig jaar werd hoofdverdachte Ridouan Taghi opgepakt in Dubai. Het proces is nog in de voorbereidende fase, eind deze maand zijn nieuwe zittingen gepland.
Advocaat Nico Meijering voelde zich eerder onheus bejegend door een van de onderzoeksrechters en deed een wrakingsverzoek omdat hij vooringenomenheid bespeurde. De wrakingskamer van de rechtbank kon geen vooringenomenheid vaststellen. In Het Parool geven Meijering en zijn kantoorgenoot Christian Flokstra aan dat zij de stap van de rechter-commissaris niet te begrijpen en onterecht te vinden. „Wij betreuren het zeer dat de rechter-commissaris met deze brief vol persoonlijke en ongefundeerde grieven richting raadslieden afscheid heeft genomen van het Marengo-proces. Dat is onnodig en past een rechter-commissaris niet.”