Houdbaarheidsdatum Rutte in zicht? Zeg dat niet te snel
Al tien jaar is VVD-leider Rutte premier. Wat verklaart zijn politieke succes? En hoelang duurt dat nog? Zeg niet te snel dat na zoveel tropenjaren zijn houdbaarheidsdatum wel in zicht móét komen.
Het is jammer dat SP-Kamerlid Ronald van Raak volgend jaar vertrekt. Zijn analyses zijn vaak de moeite waard.
Woensdagavond wijdde hij, sprekend over de begroting van Algemene Zaken, een boeiende beschouwing aan het tienjarige premierschap van Mark Rutte, „na Willem Drees de meest invloedrijke naoorlogse premier”, aldus historicus Van Raak.
Vaak wordt de VVD-leider afgeschilderd als een politicus zonder visie. Ten onrechte, vindt Van Raak. „Iemand zonder visie kan niet tien jaar lang de Nederlandse politiek domineren.” Nee, goedbeschouwd is Rutte behalve de meest invloedrijke premier sinds Drees, ook „de meest ideologische.”
Zijn ideologie? Dat afschuwelijke neo-liberalisme natuurlijk. En juist omdat Rutte „de verpersoonlijking is van het nu zo aan slijtage onderhevige marktgeloof”, zijn zijn gloriedagen geteld, poneert Van Raak tevreden. Rutte is een „icoon van het verleden” en daarom als politicus de verdwijning nabij.
Díé conclusie wordt door het SP-Kamerlid echter te snel getrokken. En te gretig. Jawel, Rutte ís een neo-liberaal. Maar of hij aan dat gedachtegoed al zijn politieke succes te danken heeft, is zeer de vraag. Minstens drie andere factoren moeten bij het verklaren van zijn triomfen onder ogen worden gezien.
De eerste is zijn politieke wendbaarheid. Rutte regeert even gemakkelijk met de PvdA als met D66, CDA of CU. In noodgevallen zelfs met de PVV. Om dan vervolgens aan de kiezer het beeld over te dragen dat al die partijen eigenlijk VVD-beleid hebben uitgevoerd.
Op dit punt sloeg Van Raak donderdag dan weer wél de spijker op de kop. Hij immers die als liberaal „erin slaagt Lodewijk Asscher de sociale werkplaatsen te laten afschaffen en die Jesse Klaver zover krijgt de studiefinanciering om zeep te helpen”, is een razend knap politicus.
Een tweede factor is zijn sympathieke uitstraling. Door zijn enorme gewoonheid („Hallo, ik ben Mark”), en het ontbreken van poeha vergeven niet alleen zijn medepolitici maar ook de kiezers hem veel gedraai en gebroken beloften.
Een derde factor? Puur geluk. Of: onverwachte gebeurtenissen. Kwam het hem in maart 2017 niet geweldig goed uit dat hij, net voor de Kamerverkiezingen, de Turkse minister Kaya als ongewenste vreemdeling het land uit kon zetten? Zulk krachtig gedrag was precies waar de kiezer op dat moment op zat te wachten. En ook de coronapandemie –hoe verschrikkelijk en ontwrichtend ook– speelde Rutte electoraal gezien in de kaart. Na het uitbreken ervan steeg de VVD prompt tot eenzame hoogten in de peilingen.
Deze drie factoren zijn na een decennium nog niet per se uitgewerkt. Ze maken dat de liberale voorman, tien jaar nadat hij het Torentje binnen stapte en daar een portret van Thorbecke aan de muur hing, beslist kans maakt volgend jaar zijn premierschap voort te zetten. Zeker in een tijd van politieke verbrokkeling, waarbij je als VVD zelfs met een bescheiden zetelaantal nog de grootste kunt blijven.
Onderschat deze man niet. Van Raak verdwijnt in 2021 van het Haagse toneel. Rutte waarschijnlijk nog niet.