De andere regeringspartijen stemden in met het verzoek om uitstel, de oppositie sprak van een zwaktebod. Tweede–Kamerlid Buis van het CDA erkende dat het geen schoonheidsprijs verdiende om vijf minuten voor het geplande debat om uitstel te vragen. Hij beriep zich op het feit dat pas woensdag onduidelijkheid bestond over het bedrag dat het huisartsenbezoek in de regeling op zou brengen. Desgevraagd erkende hij, dat hij er ook met de VVD nog niet uit was.

„Smoesjes", vond de SP. De SGP vond het een „merkwaardig verzoek". „Het is gek dat we een debat niet kunnen voeren als de coalitie er niet uit is", stelde de SGP. Dat debat hoort in de Tweede Kamer gevoerd te worden en niet in een „kernparlement", viel de ChristenUnie bij. De PvdA nodigde het CDA uit om zaken met de PvdA te doen, als ze er niet met de VVD uit konden komen.

Tweede–Kamervoorzitter Weisglas stelde voor in elk geval te beginnen met het debat. Maar het CDA hield voet bij stuk en kreeg uiteindelijk steun van coalitiegenoten VVD en D66 voor het verzoek tot uitstel met een week.

Het CDA is intern verdeeld over het alternatief dat voor de no–claim op de huisarts op tafel lag. Daarin zou de rekening van de huisarts overdag niet van de no–claimteruggave worden afgetrokken, maar de rekening van huisartsbezoek in de avond, nacht of het weekend wel. Hierdoor ontstaat een gat van 50 miljoen euro in de begroting van minister Hoogervorst (Volksgezondheid). Dat kon gedekt worden met extra geld dat in de huisartsenzorg geïnvesteerd zou worden.

De VVD en ook minister Hoogervorst waren bereid om hiermee akkoord te gaan. Het CDA heeft er moeite mee om de avond–, nacht– en weekenddiensten te belasten. Als die buiten de no–claim vallen, ontstaat een nieuw gat van ongeveer 20 tot 30 miljoen euro. Meestal is een dergelijk bedrag binnen de coalitie snel gevonden. Maar de VVD vindt dat er voldoende concessies zijn gedaan. „It takes two to tango", was het commentaar.