Het amfetaminelab in het Belgische Hechtel-Eksel werd op 29 januari vorig jaar ontdekt, na een anonieme melding dat er doden lagen. In de loods bleken de dode lichamen van twee jonge Eindhovenaren (23 en 25 jaar oud) en één uit Valkenswaard (22) te liggen. Waarschijnlijk stierven ze door koolmonoxidevergiftiging in het morsige drugslab, 12 kilometer over de grens. De officier van justitie: „Er gaan verhalen dat de drie waren opgesloten en de deur niet konden openen, omdat ze geen sleutel hadden.”

De twee verdachten ontkennen dat ze betrokken waren bij het lab. De getuigen die bij de politie zeiden dat Harvey P. (38) en Denny B. (36) de opdrachtgevers waren, zouden liegen. De advocaat van P. deed dat af met: „Het dossier trekt krom van ‘van horen zeggen’ en er wordt veel geroddeld.” De officier noemde dat „wrang, omdat de mensen die het echt kunnen zeggen overleden zijn”.

Behalve de getuigenverklaringen baseert justitie de verdenking op foto’s van de betrokkenen en op registraties van de locaties van hun auto’s. Er is geen technisch bewijs, zoals vingerafdrukken of DNA-sporen.

Eén van de leveranciers van het laboratorium zou Paul G. zijn, de schoonzoon van No Surrender-oprichter Klaas Otto. Hij wordt in een ander proces vervolgd voor zijn betrokkenheid, tegelijk met nog meer drugsdelicten en het leiden van een criminele organisatie. Hij is onlangs vrijgelaten in afwachting van de behandeling van zijn strafzaak.

In het lab was een gesloten ventilatiesysteem, zei de officier. Daardoor werd de vieze lucht wel afgezogen, maar bleef die in het gebouw. Dat heeft mogelijk het leven gekost van de laboranten.

Tegen de eigenaar van de loods die het pand verhuurde eiste de officier justitie twee jaar cel. Hij moet hebben geweten dat er drugs werden gemaakt, zei ze.