Rechtszaak van Urker om vuurwerkbom uitgesteld
De strafzaak van een 28-jarige man uit Urk, die wordt verdacht van het veroorzaken van een explosie in een gezinswoning in Urk, wordt uitgesteld naar 23 december. Dat heeft de rechtbank vrijdag besloten op verzoek van zijn nieuwe advocaat. Die heeft meer tijd nodig om zich voor te bereiden op de inhoudelijke behandeling.
De rechtbank in Lelystad behandelt vrijdag wel de zaak tegen een 24-jarige man uit Espel (Noordoostpolder). Het Openbaar Ministerie verdenkt beiden van poging tot moord of doodslag en het veroorzaken van een ontploffing. Ze zouden op zondag 3 november vorig jaar in een huis aan de Golfoploop in Urk een vuurwerkbom naar binnen hebben gegooid.
De Urker woont vrijdag de zitting bij via een videoverbinding vanuit het huis van bewaring in Nieuwegein. Hij beriep zich tot nu toe op zijn zwijgrecht, maar kondigde vrijdag aan dat hij op 23 december wel een uitgebreide verklaring zal afleggen in de rechtbank als zijn zaak inhoudelijk wordt behandeld.
Door de explosie raakte niemand gewond. De vuurwerkbom zorgde wel voor enorme schade in de woning. Deuren lagen eruit, een tussenmuur werd weggeblazen en in dragende muren ontstonden scheuren.
De officier van justitie heeft op de valreep een compilatie van de gebeurtenissen laten maken op basis van camerabeelden, maar de rechtbank gaf vrijdag geen toestemming voor het vertonen van deze beelden op de zitting. Onder de video is het stemgeluid van de verdachte uit Espel, afkomstig uit zijn verhoor, gemonteerd. En volgens zijn advocaat ook een „dramatisch” muziekje. „Dat moet je als rechtbank niet willen”, zei de advocaat. De rechtbank oordeelde dat het OM de beelden veel te laat heeft aangeleverd, waardoor de verdediging zich er niet op heeft kunnen voorbereiden.
De 28-jarige verdachte uit Urk werd in december gearresteerd. De 24-jarige man uit Espel werd in februari opgepakt, nadat de politie zijn naam en foto had vrijgegeven en hij zich maar niet meldde. Hij is tijdens de zitting zeer emotioneel als hij vragen van de rechter beantwoordt. „Ik vind het zo erg wat er is gebeurd, dat is nooit de bedoeling geweest”, verklaarde hij. „Ik heb het nooit gewild. We zouden de mensen laten schrikken, maar niet in gevaar brengen.”