Geen strafblad meer na coronaboete, ook voor oude gevallen
Een boete wegens overtreding van de coronaregels leidt straks niet meer tot een strafblad. Daar stuurt het kabinet op aan, bevestigen ingewijden. Het besluit gaat met terugwerkende kracht gelden: voor mensen die al een boete hebben gekregen, wordt de justitiële aantekening geschrapt.
De Tweede Kamer had hier eerder op aangedrongen, maar het kabinet voelde daar niets voor. De partijen vinden een justitiële aantekening, in de volksmond een strafblad, voor bijvoorbeeld het overtreden van de 1,5 meterregel, buiten proportie. Een strafblad kan problemen opleveren voor mensen in bepaalde beroepen, als ze op reis willen of een verzekering willen afsluiten.
Ook de hoogte van de boete - 390 euro voor meerderjarigen - vindt de Kamer te hoog. Een meerderheid gaf eerder deze maand aan dat ze de boete onder de 100 euro wil brengen. Op een bekeuring tot deze hoogte volgt geen strafblad. Justitieminister Ferd Grapperhaus had toegezegd dat hij er alles aan zou doen om tegemoet te komen aan de wensen van de Kamer. Het is niet duidelijk of de hoogte van de coronaboete gaat veranderen. Het kabinet zou de mogelijkheden daarvoor nog moeten bekijken.
De discussie over de boete en het strafblad laaide opnieuw op nadat Grapperhaus zelf in de fout was gegaan met de afstandsregel tijdens zijn bruiloft. Op foto’s is te zien dat zijn gasten niet 1,5 meter afstand hielden. Een groot deel van de Tweede Kamer vond het schadelijk voor zijn geloofwaardigheid als minister, vooral ook bij het grote publiek, juist omdat hij verantwoordelijk is voor de handhaving van de regels. Grapperhaus bood zijn excuses aan voor de misstap.
De minister stortte op eigen initiatief twee keer de coronaboete in de kas van het Rode Kruis. Maar onlangs legde het Openbaar Ministerie de minister alsnog een boete op en volgde dus ook een strafblad. Door het nieuwe besluit gebeurt dat laatste niet.
Oppositiepartijen laten weten blij te zijn met het besluit. „Verstandig”, zegt Farid Azarkan (DENK), die zich hier sterk voor maakte. Lilian Marijnissen (SP): „Jammer wel dat daar eerst een pijnlijk debat met minister Grapperhaus aan vooraf moest gaan.”