Dat zei onderzoeker Camphuysen van het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) op Texel woensdag. De waarnemingen werden in augustus en september al gedaan, maar dinsdag werd pas duidelijk dat het om de verdwenen dolfijnsoort ging.

Ongeveer vijftig jaar geleden verdwenen de tuimelaars uit de Waddenzee. Sinds 1950 dook eens in de twee, drie jaar nog wel eens een enkel dier op, aldus de onderzoeker. „Die waren meestal verdwaald.”

In augustus en september werden echter twee grote groepen gesignaleerd. „De eerste keer waren het er ongeveer honderd, de tweede keer zo’n zestig”, aldus onderzoeker Camphuysen.

„In eerste instantie werd gedacht aan witsnuitdolfijnen”, aldus Camphuysen. „Maar door nieuw foto- en filmmateriaal, dat ik dinsdag kreeg, kwamen wij erachter dat het tuimelaars waren. In beide gevallen waren er ook kalfjes (jonge dieren) aanwezig, maar dat is niet zo verwonderlijk bij zo’n grote groep bij een soort waarvan de familiebanden sterk en langdurig zijn.”

Volgens Camphuysen komen de dieren kijken of het gebied weer geschikt is om in te leven. „Zo’n vijftig jaar geleden verdwenen ze vrij plotseling, mede doordat er door de Afsluitdijk geen zuiderzeeharing meer was in dit gebied.” Dat de dieren nu weer gezien zijn betekent volgens hem niet automatisch dat deze dolfijnen blijven. Al zegt hij wel hoop te hebben op hun terugkeer.