Overlijden opperrechter biedt Trump kansen
Analisten van Amerikaanse presidentsverkiezingen weten dat er doorgaans in de herfst een plotselinge, onverwachte gebeurtenis kan plaatsgrijpen die de race om het Witte Huis op zijn kop zet. Deze wending is bekend onder de naam ”October surprise”.
Het overlijden van de 87-jarige Amerikaanse opperrechter Ruth Bader Ginsburg, afgelopen vrijdag, kwam niet onverwacht. Ze was allang ziek. Maar zij en veel Democraten hoopten dat haar verscheiden na de presidentsverkiezingen op 3 november zou plaats hebben, zodat een nieuwe president haar opvolger zou kunnen benoemen.
Onmiddellijk na het overlijdensbericht stelden Democraten dat het geen pas geeft als president Trump nog voor de verkiezingen van november een nieuwe opperrechter benoemt. Hun argument? De Republikeinen blokkeerden in 2016 de aanstelling van de progressieve opperrechter Merrick Garland door de toenmalige president Barack Obama. Zij hadden toen de meerderheid in de Senaat. De Republikeinen vonden toen dat een president in het laatste jaar van zijn termijn geen nieuwe opperrechter mag aanstellen.
President Trump heeft inmiddels laten weten dat hij deze week een vrouw als kandidaat zal voordragen. De leider van de Republikeinen in de Senaat, Mitch McConnell, heeft zaterdag gezegd dat hij die voordracht in stemming zal brengen. Op de vraag waarom hij afwijkt van de lijn die hij in 2016 koos, was zijn antwoord: „Toen regeerde een Democraat.”
De Republikeinse fractie in de Senaat heeft 53 van de 100 zetels. Er zijn echter enkele fractieleden die voor uitstel pleiten: Lisa Murkowski en Susan Collins. Een derde mogelijke opposant, Lindsey Graham, heeft inmiddels verklaard Trumps kandidaat te steunen. Normaal gesproken duurt de benoemingsprocedure zeventig dagen. Over ruim veertig dagen zijn de verkiezingen, maar de Senaat heeft de tijd tot 1 januari, omdat dan dit orgaan in een nieuwe samenstelling aantreedt.
Indien Trump er inderdaad in slaagt om een derde opperrechter te benoemen, is dat een enorme opsteker voor hem in zijn strijd voor herverkiezing. Hij kan dan zeggen de rechtspraak een grote ruk naar rechts te hebben gegeven. Naast benoemingen voor het hooggerechtshof heeft hij inmiddels 200 (conservatieve) lagere rechters benoemd.
Maar wat als de benoeming nog niet rond is? Dan heeft hij een thema waarmee hij zeker stemmen kan winnen. Voor conservatieve Amerikanen is de benoeming van opperrechters een van de belangrijkste redenen om Trump te steunen.
Een niet onbelangrijk punt is dat Washington er ernstig rekening mee houdt dat het hooggerechtshof uiteindelijk zal moeten beslissen over het resultaat van de presidentsverkiezingen. Iedereen verwacht dat deze door de potentiële verliezer zal worden aangevochten en dan hebben de opperrechters het laatste woord.
En de Democraten? Als die het nakijken hebben, dan rest hen nog één troef: op termijn het hooggerechtshof uitbreiden naar vijftien rechters. Binnen de partij gaan daartoe stemmen op. Wettelijk kan dat. Maar zowel Franklin Roosevelt als Bill Clinton heeft dat eerder geprobeerd; zonder succes.