Kabinet trekt portemonnee om zorg aantrekkelijker te maken
Werken in de zorg moet aantrekkelijker worden, vindt het kabinet. Om onder andere werkdruk en administratieve rompslomp terug te dringen en kansen op ontwikkeling en doorgroeien te vergroten, trekt het kabinet voor volgend jaar 20 miljoen euro uit. Dat bedrag loopt tot 2023 op tot 130 miljoen euro per jaar.
In de zorg is „de uitstroom en het ziekteverzuim te hoog”, constateert het ministerie van Volksgezondheid. Mensen noemen onder andere het „gebrek aan loopbaanmogelijkheden en uitdaging” als redenen om de zorg te verlaten. Om meer nieuwe mensen aan te trekken, en uitstroom tegen te gaan, wil het kabinet onder meer opleidingen en trainingen verder subsidiëren.
Om de coronacrisis te bestrijden trekt het ministerie dit jaar en volgend jaar in totaal 6,7 miljard euro uit. Voor het verhogen van de testcapaciteit is 650 miljoen uitgetrokken, voor de capaciteit op de intensive cares 305 miljoen euro.
Voor de bonus die zorgmedewerkers dit jaar (1000 euro) en volgend jaar (500 euro) krijgen, is 2,16 miljard gereserveerd.
De omstandigheden voor zorgwerknemers staan door de coronacrisis hoog op de agenda in Den Haag. De oppositie dringt al maanden aan op een salarisverhoging voor de zorg, maar daar wil het kabinet niet aan.
De Sociaal-Economische Raad gaat op verzoek van VWS kijken welke knelpunten er zijn die de aantrekkelijkheid van werk in de zorg in de weg staan. Daarbij wordt ook gekeken naar de arbeidsvoorwaarden. Een nog op te richten commissie zal zich in het bijzonder richten op de huishoudelijke hulp, helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen.
De commissie gaat onder meer kijken naar het terugdringen van werkdruk en administratieve lasten, de belasting van medewerkers die onregelmatige diensten draaien en het aantrekkelijker maken van startsalarissen.
Begin april brengt de commissie verslag uit, zodat haar bevindingen in de formatie van een volgend kabinet kunnen worden meegenomen.