Zo gaat sobere Prinsjesdag eruitzien
Het wordt misschien wel de soberste Prinsjesdag ooit. Zonder publiek, zonder koets en zonder Ridderzaal. Met een uitgedunde gastenlijst en slechts een handjevol ceremonieel vertoon. Het doet denken aan de opening van het zittingsjaar van de Staten-Generaal na de Tweede Wereldoorlog – volgens Wilhelmina „de mooiste ooit.”
Trappelende paardenhoeven in het centrum van Den Haag. De zwaaiende handen en lachende gezichten achter het raampje van de blinkende koets. Het publiek, rijendik, dat juichend de koning begroet. De eeuwenoude Ridderzaal waar na het ”Leve de koning!” uit duizend monden ”Hoera, hoera, hoera!” klinkt. Een mensenmassa die op de paleispoort afstormt zodra de dranghekken los zijn. En daar zo’n anderhalve minuut uitbundig zwaait naar de koning, koningin, prins en prinses op het balkon.
Dinsdag is het er allemaal niet. De coronacrisis doorkruist de traditionele invulling van de derde dinsdag in september. En dus blijven de paarden op stal. In plaats van de koets pakt de koning zijn glimmende Audi uit de garage. Hij rijdt deze keer niet naar het Binnenhof, maar naar de Grote of Sint-Jacobskerk.
Oranjefans krijgen geen kans om het koningspaar met eigen ogen te zien: het gebied rondom de kerk wordt afgesloten. Langs de route komen hoge hekken die het zicht belemmeren. „Niet omdat we mensen willen pesten”, zegt een woordvoerder van de Eerste Kamer. „Maar we willen er alles aan doen om coronabesmettingen tegen te gaan.”
Als de gasten aankomen, speelt de krijgsmacht „waardige militaire muziek.” Binnen is plek voor slechts een kwart van de duizend genodigden die normaal gesproken in de Ridderzaal zitten. Ook op Prinsjesdag moet de 1,5 meter immers gewaarborgd zijn.
De koning zal ook geen koffiedrinken bij aankomst en vertrek, zoals hij normaal gesproken in de Koninginnekamer doet. Wel zitten Willem-Alexander en Máxima dinsdag op hun tronen, die zaterdag naar de kerk werden verhuisd. Als de koning terug is op Paleis Noordeinde, blijft hij binnen. De balkonscène bij zijn werkpaleis vervalt.
Zakelijke autorij
Het is niet voor het eerst dat de pracht en praal op Prinsjesdag beperkt blijft. Ook in 1974 blijft de koets in de Koninklijke Stallen staan en ontbreekt de balkonscène. Koningin Juliana en prins Bernhard moeten per auto naar de Ridderzaal, omdat het gewelddadige Japanse Rode Leger al dagenlang elf mensen gijzelt op de Franse ambassade. De route van de koets loopt normaal gesproken langs die plek.
„Ons land is opgeschrikt door een daad van terreur, waarbij het leven van onschuldigen wordt bedreigd”, begint Juliana de Troonrede. Diezelfde dag komt er een akkoord, waardoor alle gijzelaars ongedeerd hun vrijheid terugkrijgen.
Ook de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog wordt de Gouden Koets niet gebruikt. Koningin Wilhelmina verkiest soberheid en schaarste boven blinkend goud. Bovendien heeft ze geen paarden om voor de koets te spannen: die zijn gestolen en weggevoerd door de Duitsers.
„Het sprookje van de gouden koets was vervangen door een zakelijke auto-rij, die Vorstin en gevolg naar de Ridderzaal bracht”, schrijft De Rotterdammer op 21 november 1945. Veel volk is er niet op de been als de koningin in haar zwarte bontjas en met zwarte hoed op uit haar zwarte auto stapt. Mensen zijn „ervan overtuigd dat deze Prinsjesdag toch eigenlijk geen echte Prinsjesdag was”, meent de Volkskrant.
De koningin denkt daar anders over. „Naar mijn oordeel de mooiste opening der Staten-Generaal die er ooit geweest is”, schrijft Wilhelmina in haar autobiografie. „Doch ik sta hierin vrijwel alleen.”
Zwaaimoment
Na Wilhelmina’s aftreden in 1948 herstelt dochter Juliana de koetsentraditie weer. En ze voert een nieuwe traditie in: de balkonscène. Al lijkt het erop dat ze het zwaaimoment niet vooraf heeft bedacht. Na de rijtoer gaat Juliana, dan pas tweeënhalve week koningin, samen met prins Bernhard Paleis Noordeinde binnen. Het gejuich van de menigte houdt echter zo sterk aan dat ze op het balkon verschijnen en langdurig wuiven naar de samengestroomde menigte.
Zelfs als de twee zich weer hebben teruggetrokken, verstomt het gejubel niet. Als de erewacht is vertrokken, weet het publiek door de politieafzetting heen te breken. „In dichte drommen stroomt men op het paleis aan, waar het een onafzienbare mensenzee wordt”, schrijft dagblad Trouw. Juichend en zingend probeert de menigte de kersverse koningin nogmaals te verleiden zich op het balkon te vertonen. Dat gebeurt niet, maar het eerste zwaaimoment zal het begin zijn van een lange traditie.
De Gouden Koets heeft oudere papieren: die vervoert al sinds 1903 het staatshoofd naar de opening van het parlement. In de beginjaren kiest men bij regenachtig weer nog weleens voor de Glazen Koets, om te voorkomen dat Wilhelmina’s inhuldigingsgeschenk beschadigt.
Diezelfde Glazen Koets gebruikte koning Willem-Alexander de afgelopen vier keer, nu het gouden rijtuig een restauratie ondergaat. Grote vraag is of we die ooit terugzien op Prinsjesdag. Volgend jaar gaat de Gouden Koets eerst een museum in, en misschien blijft-ie daar wel. Vanwege een omstreden schildering op het zijpaneel die herinnert aan het koloniale verleden.
Koningin Beatrix is het enige staatshoofd van de afgelopen eeuw dat al haar Prinsjesdagen in de Gouden Koets naar de Ridderzaal reed. In 2001 liet ze het rijtuig wel even halt houden voor de Amerikaanse ambassade. Prinsjesdag viel toen exact een week na de bloedige terreuraanslagen op 11 september. Als eerbetoon aan de slachtoffers stond de koets daarom stil aan het Lange Voorhout.
Generale repetitie
De opening van het parlementaire jaar vindt sinds 1904 plaats in de Ridderzaal. Voor die tijd sprak het staatshoofd de Troonrede uit in de vergaderzaal van de Tweede Kamer. Tussen 1815 en 1830 deed koning Willem I dat beurtelings in Den Haag en Brussel.
De Grote Kerk in Den Haag is geen onbekende plek voor de koninklijke familie. Tientallen Oranjes werden er gedoopt – van stadhouder Willem II in 1626 en Nederlands eerste koning in 1772 tot prinses Beatrix, koning Willem-Alexander en kroonprinses Amalia. Prins Constantijn trouwde er, net als koningin Juliana en Wilhelmina.
Het is de bedoeling dat de koning zijn Troonrede ook na volgend jaar tijdelijk op een andere plek voorleest. Het Binnenhof wordt dan verbouwd, waardoor hij niet terechtkan in de Ridderzaal. De Grote Kerk staat op de lijst met alternatieve locaties die de organisatie overweegt. „Deze Prinsjesdag is dus ook een soort generale repetitie om te kijken of het daar dan kan”, zegt de woordvoerder van de Eerste Kamer.
Er wachten dus nog meer derde dinsdagen die niet volgens het vaste schema verlopen. Toch gaat Nederland een historische dag tegemoet: een Prinsjesdag zonder publiek is niet eerder vertoond.
::