Meer plasma van herstelde patiënten nodig voor coronamedicijn
Bloedbank Sanquin heeft meer plasmadonoren nodig die besmet zijn geweest met het coronavirus. De bloedbank is al enige tijd bezig met het afnemen van plasma van herstelde patiënten om daar een medicijn van te maken dat anderen mogelijk kan beschermen tegen het virus.
Inmiddels is gebleken dat bij ongeveer de helft van de donoren de hoeveelheid antistoffen in het bloed snel afneemt, waardoor hun plasma al snel onbruikbaar wordt voor de medicatie die de bloedbank ontwikkelt.
„In het bloed moet een bepaalde concentratie antilichamen zitten”, legt een woordvoerster van Sanquin uit. „Bij sommige mensen loopt dat snel terug. Zij kunnen dan maar een of twee keer plasma geven. Bij andere mensen blijft het onverminderd hoog, er zijn donoren die wel tien keer plasma kunnen geven.”
Het AD bracht de tegenvaller maandag als eerste naar buiten. Omdat een deel van de donoren sneller afvalt dan was gehoopt, is Sanquin nu weer op zoek naar nieuwe vrijwilligers.
Van gedoneerd plasma dat wel geschikt is, wordt de eerste lading nu verwerkt. Eind deze maand hoopt Sanquin al zo’n 10.000 doses van het medicijn klaar te hebben. Wanneer de eerste mensen in Nederland het middel krijgen toegediend, is nog onbekend.
De verwachting is dat het medicijn vooral preventief kan werken. Het idee is om het toe te dienen aan kwetsbare mensen die een hoog risico lopen om ernstig ziek te worden van het coronavirus. „Denk aan mensen met een slechte afweer, mensen die net een chemokuur achter de rug hebben of bijvoorbeeld bewoners van een verpleeghuis waar het virus bij iemand is geconstateerd”, legt de woordvoerster uit. De hoop is dat zij na toediening van het medicijn met de antistoffen van herstelde patiënten een maand of twee zijn beschermd tegen corona. In hoeverre de methode werkt, zal nog uit onderzoek moeten blijken.
Voor het einde van dit jaar hoopt Sanquin 30.000 kilo plasma te hebben ingezameld, dat in totaal goed is voor 50.000 doses medicatie.