Londen publiceert omstreden wetsvoorstel over interne markt
De Britse regering heeft woensdag een omstreden wetsvoorstel gepubliceerd dat strijdig is met delen van het scheidingsverdrag waar de EU en Londen het vorig jaar oktober over eens werden. Het gaat om wetgeving over de interne markt van het Verenigd Koninkrijk, waarmee het land „onbeperkte toegang” voor Noord-Ierland wil vastleggen.
Londen erkent zelf dat het voorstel mogelijk „inconsistent” is met afspraken uit het scheidingsakkoord. „De toezegging van de Britse regering om onbeperkt toegang te krijgen tot Noord-Ierland zal de komende maanden worden vastgelegd in wetgeving, waaronder de Britse Interne Markt Wet”, licht de regering toe. „Deze wettelijke garantie voor de bedrijven in Noord-Ierland zal voor het einde van de overgangsperiode van kracht zijn.”
Volgens premier Boris Johnson zal het wetsvoorstel zorgen voor het behoud van banen en de vrede in Noord-Ierland. Hij riep parlementariërs op zijn plan te steunen.
Maar behalve vanuit Brussel, wordt ook in zijn eigen land kritiek geuit. Zo vindt een van zijn voorgangers en partijgenoot John Major dat Johnson de reputatie van het Verenigd Koninkrijk als een betrouwbare bondgenoot te grabbel gooit. Ook in Schotland, waar een groot deel van de bevolking in de EU wil blijven, klinkt kritiek. Hetzelfde geldt voor Wales, waar een parlementariër van de Conservatie Partij recent is opgestapt uit onvrede over de gang van zaken.
In het akkoord over het Britse vertrek uit de EU werd na langdurige onderhandelingen een bepaling opgenomen over hoe om te gaan met de grens tussen EU-lidstaat Ierland en het Britse Noord-Ierland. Gevreesd wordt nu dat er mogelijk toch een harde grens komt. Want de nieuwe wetgeving moet voorkomen dat er bij een no-dealbrexit importtarieven komen op goederen die vanuit de rest van het Verenigd Koninkrijk naar Noord-Ierland worden geëxporteerd.
Een woordvoerder van premier Johnson zei dat het scheidingsakkoord indertijd in haast geschreven is. En daardoor bevat het onduidelijkheden die nog opgelost moesten worden. Volgens hem stond altijd al vast dat de details over Noord-Ierland pas later vorm zouden krijgen.
De Britse minister voor het bedrijfsleven Alok Sharma zei verder dat het Verenigd Koninkrijk de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) omtrent staatssteun zal hanteren als de brexit helemaal rond is. Ook op dat punt is er onenigheid. De EU vreest namelijk dat de Britten rijkssubsidies willen gebruiken voor concurrentievoordeel. Volgens Londen zijn de WTO-regels „een internationaal erkende norm voor financiële steun die door regeringen en overheidsinstanties aan bedrijven wordt verleend”.
Sinds het Britse vertrek uit de EU van begin dit jaar, geldt er een overgangsperiode waarin het Verenigd Koninkrijk zich nog aan EU-regels houdt. Die loopt eind dit jaar af. In de tussentijd proberen Londen en Brussel het eens te worden over een handelsovereenkomst, maar daar lijkt weinig schot in te zitten.