Defensie geeft vergoeding aan slachtoffer aanval Irak
Het ministerie van Defensie geeft een vergoeding aan een burgerslachtoffer van een Nederlandse luchtaanval op Mosul in september 2015. Het ministerie wil niet zeggen om hoeveel geld het gaat. Het bombardement bleek gebaseerd op onjuiste informatie.
Basim Razzo eiste 2,3 miljoen dollar (omgerekend ruim 2 miljoen euro) van Nederland vanwege het overlijden van vier familieleden, de vernietiging van zijn huis en de ernstige verwondingen die hij zelf opliep. Zijn huis werd met de grond gelijk gemaakt door het bombardement.
De internationale coalitie dacht dat het een hoofdkwartier van terreurgroep Islamistische Staat (IS) was. Maar het was het huis van Razzo. Die nam advocate Liesbeth Zegveld in de arm om een schadevergoeding te krijgen. Er volgde daarna op 10 juni een gesprek met Razzo. Er is nu overeenstemming over het bedrag.
„Gelet op de bijzondere aspecten en omstandigheden van dit concrete, specifieke geval en het gesprek heb ik uit humanitaire overwegingen besloten over te gaan tot het vrijwillig aanbieden van een vergoeding”, schrijft minister Ank Bijleveld van Defensie aan de Tweede Kamer. Dat het bedrag geheim blijft, is mede op verzoek van de Irakees.
Het ministerie benadrukt dat het met de vergoeding geen aansprakelijkheid erkent. „Het ministerie is van Defensie van mening dat er geen sprake is van onrechtmatig geweldgebruik.” Met de vergoeding wil het kabinet Razzo tegemoetkomen vanwege „het enorme menselijke leed dat hem is overkomen en de materiële schade”.
Eerder die zomer bombardeerden Nederlandse F16’s een bommenfabriek van IS in Hawija. Daarbij vielen zeker zeventig burgerslachtoffers. De explosie was groter dan verwacht omdat er veel meer explosieven lagen opgeslagen dan vooraf ingecalculeerd. Tientallen nabestaanden van deze aanval hebben zich ook gemeld voor een schadevergoeding.