Geheime diensten handelen in strijd met eigen ‘sleepwet’
Het lukt de geheime diensten AIVD en MIVD nog steeds niet om de rechten van burgers voldoende te beschermen bij onder meer het verzamelen van grote pakketten data. Dit is een inbreuk op de privacy en heeft grote impact op de grondrechten. De toepassing en implementatie van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Wiv) - twee jaar na de invoering - laat te wensen over. Dat concludeert toezichthouder CTIVD in de vierde en afsluitende voortgangsrapportage over de Wiv, in de volksmond ook wel sleepwet genoemd.
Over de in mei 2018 ingevoerde wet is een flinke discussie gevoerd, politiek en maatschappelijk. Het geeft de geheime diensten meer en uitgebreidere opsporingsmogelijkheden. Groot twistpunt was de mogelijkheid om in onderzoeken naar mogelijk verdachte personen en/of organisaties grote hoeveelheden data te onderscheppen - bulkdata - ook van mensen die geen voorwerp van onderzoek zijn en dat ook nooit zullen worden. „Het verzamelen en verder verwerken van bulkdatasets heeft een grote impact op de grondrechten van burgers”, aldus de CTIVD. Later deze maand komt de toezichthouder met een specifiek rapport hierover.
De bulkdatasets mogen 1,5 jaar bewaard blijven en moeten daarna vernietigd worden. Omdat nu blijkt dat het om een nog complexere en tijdrovendere klus gaat dan aanvankelijk gedacht, ziet de CTIVD dat de diensten ‘kunstgrepen’ uithalen om zo de bewaartermijn van bulkdatasets te verlengen. Dat is onrechtmatig en in strijd met de eigen wet.
„We zien dat ‘van boven bepaald’ beleid, op de werkvloer niet blijkt te werken”, licht een woordvoerder toe. De diensten hebben daardoor voor wat betreft de vertaalslag van de wet naar de praktijk „ondanks de nodige inspanningen” nog onvoldoende bereikt. „De diensten zijn eigenlijk met een valse start begonnen”, aldus de woordvoerder.
De implementatie van de wet is dus nog altijd niet afgerond. „Zo is er niet voorzien in overgangsrecht, hebben de diensten geen extra budget gekregen voor de uitvoering van het implementatieproces en is er niet nagedacht over de consequenties van de implementatie voor de organisatie en operationele praktijk van de diensten.”
Een onafhankelijke organisatie is met een aanvullend onderzoek hiernaar bezig, de bevindingen worden eind dit jaar verwacht.
De AIVD en ministers Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) en Ank Bijleveld (Defensie), onder wie de inlichtingendiensten vallen, laten in een reactie weten het oneens te zijn met de toezichthouder. Volgens hen is de beoordeling van bulkdatasets wel degelijk op de juiste wettelijke manier uitgevoerd. „De sets zijn van groot belang. Ze stellen de diensten in staat om bredere patronen en netwerken te onderkennen en daardoor voorspellend vermogen te creëren”, aldus de AIVD.