Lagere opening op Wall Street
De aandelenbeurzen in New York zijn donderdag lager geopend, waarmee een stapje terug wordt gedaan na de recente opmars waarbij de brede S&P 500 en de technologiegraadmeter Nasdaq naar nieuwe records werden gestuwd. Beleggers op Wall Street bogen zich vooral over cijfers over de wekelijkse uitkeringsaanvragen in de Verenigde Staten.
De Dow-Jonesindex ging in de eerste handelsminuten een fractie omlaag tot 29.099 punten. De breed samengestelde S&P 500 werd 0,6 procent lager gezet op 3559 punten en techbeurs Nasdaq leverde 1,7 procent in tot 11.854 punten.
Het aantal Amerikanen dat zich tot de overheid wendde voor een werkloosheidsuitkering is vorige week weer gedaald tot onder de 1 miljoen. Volgens de Amerikaanse overheid werden 881.000 aanvragen ingediend. Dat waren er een week eerder nog meer dan een miljoen. Economen hadden in doorsnee op 950.000 aanvragen gerekend. Overigens zijn de gegevens wel enigszins vertekend, omdat een wijziging werd doorgevoerd in de correctie voor seizoensinvloeden.
Sinds medio maart lag het aantal uitkeringsaanvragen maandenlang boven de 1 miljoen door de coronacrisis. Pas in augustus dook het aantal aanvragen in een week voor het eerst daar net onder. Vrijdag komt het belangrijke maandelijkse banenrapport van de Amerikaanse overheid naar buiten.
Techbedrijven als iPhonemaker Apple, chipconcern Nvidia, softwaremaker Adobe en videostreamingdienst Netflix daalden tot 3,7 procent. Juist dergelijke bedrijven waren de voorbije dagen de drijvende kracht achter de opmars van de beurzen in New York.
Qua bedrijfsnieuws opende levensmiddelenproducent Campbell Soup (min 2,2 procent) de boeken. PVH, het moederbedrijf van modemerken als Calvin Klein en Tommy Hilfiger, kwam ook met cijfers. Het modebedrijf werd bijna 6 procent hoger gezet.