Peking ontvangt eerste internationale vlucht in vijf maanden
In Peking is donderdag voor het eerst in meer dan vijf maanden een internationale passagiersvlucht geland. Luchthavenmedewerkers in beschermende pakken begroetten passagiers die met een toestel van Air China uit de Cambodjaanse hoofdstad Phnom Penh waren vertrokken.
De internationale luchthaven van de Chinese hoofdstad was sinds 23 maart dicht vanwege de coronapandemie. Vluchten werden omgeleid naar andere steden. Met strikte veiligheidsmaatregelen zijn passagiers uit Thailand, Cambodja, Pakistan, Griekenland, Denemarken, Oostenrijk, Zweden en Canada nu weer welkom. Volgens de Chinese autoriteiten is het virus in deze landen voldoende onder controle.
Gedurende een proefperiode mogen dagelijks maximaal vijfhonderd passagiers op directe internationale vluchten naar Peking reizen, aldus de staatstelevisie. Wie op een vliegtuig naar Peking stapt moet een bewijs tonen van een negatieve coronatest. Na aankomst moeten passagiers veertien dagen in quarantaine, waarin ze twee nieuwe testen moeten ondergaan.
Donderdag werden elf nieuwe besmettingen gerapporteerd in China, het land waar het coronavirus eind vorig jaar voor het eerst opdook. Volgens gezondheidsfunctionarissen waren alle gevallen ‘geïmporteerd’.