Bush bezoekt Peru ondanks aanslag
Ondanks de bomaanslag bij de Amerikaanse ambassade in de Peruaanse hoofdstad Lima van woensdagavond gaat het bezoek van de Amerikaanse president Bush aan Peru gewoon door.
Het wordt het eerste bezoek van een zittende Amerikaanse president aan Peru. Behalve met de Peruaanse president Toledo zal Bush ook besprekingen voeren met de presidenten van Bolivia, Colombia en Ecuador.
De aanslag in Lima had geen invloed op Bush’ reisplannen. „Wij kunnen niet toelaten dat terroristen de dienst gaan uitmaken in democratisch geregeerde landen; uiteraard gaat mijn bezoek aan Lima door”, aldus Bush voor zijn vertrek uit Washington. Via zijn thuisstaat Texas vloog de president naar Monterrey in Mexico, waar hij donderdag aankwam. In Monterrey vindt momenteel een VN-conferentie plaats over ontwikkelingshulp.
Bush zal daar bekendmaken dat de VS hun ontwikkelingshulp verhogen van 10 miljard dollar tot 15 miljard of mogelijk zelfs 20 miljard dollar. Dit bedrag moet overigens eerst nog worden goedgekeurd door het Congres in Washington, dat over het algemeen niet warmloopt voor ontwikkelingsbijdragen. Bovendien wordt de uitbreiding gekoppeld aan strenge eisen van Washington. Bush werd in Monterrey ontvangen door zijn Mexicaanse collega Vicente Fox. Economische samenwerking en terreurbestrijding vormden de belangrijkste onderwerpen op hun agenda.
De Peruaanse president Alejandro Toledo heeft Monterrey onmiddellijk verlaten na de bomaanslag in Lima. Hij garandeerde zijn Amerikaanse gast „volkomen veiligheid” bij diens bezoek. Hij veroordeelde de bomaanslag van woensdagavond, waarbij negen mensen zijn gedood, onder wie één kind. Ongeveer dertig mensen raakten gewond toen een autobom ontplofte. Onder de slachtoffers waren overigens geen Amerikanen volgens een woordvoerder van Buitenlandse Zaken in Washington.
De verantwoordelijkheid voor de aanslag is nog niet opgeëist, maar volgens Amerikaanse inlichtingenkringen had de aanslag van woensdag alle kenmerken van het werk van de rebellenbeweging Lichtend Pad. De bom die is gebruikt, lijkt op de „primitieve explosieven waarvan bekend is dat de leden van Sendero Luminoso die in het verleden hebben gebruikt en waarmee zij zich zonder enige twijfel in het verleden op banken hebben gericht”, aldus een Amerikaanse functionaris.
De maoïstische organisatie pleegde in de tachtiger jaren tal van aanslagen, maar dat eindigde met haar ontmanteling. Maar volgens de Peruaanse regering bevinden zich in onherbergzame delen van Oost-Peru echter nog steeds zo’n 500 strijders van het Lichtend Pad. Een aanslag met een autobom in Lima in 1997 was tot woensdag het laatste wapenfeit van de rebellen.
Een van de gevangen militanten van de organisatie -een man die zichzelf aanduidt met „Arturo”- ontkende dat het Lichtend Pad verantwoordelijk was voor de aanslag, omdat de organisatie nu streeft naar politieke oplossingen voor Peru. Dat neemt volgens inlichtingenbronnen niet weg dat een afgescheiden deel van de organisatie mogelijk toch besloten heeft om de oude gewelddadige praktijken weer op te vatten.
In Lima zijn al zeker 200 Amerikaanse geheim agenten om te helpen bij de beveiliging van de top, zo heeft het Peruaanse dagblad La República gemeld. Twee Mig-29’s van de Peruaanse luchtmacht en de luchtafweer staan gereed om elke indringer uit het luchtruim boven Lima te schieten.
Officieel staan de bestrijding van drugs, handel en immigratie op de agenda voor morgen. Peru lijkt liever geen Amerikaanse militairen in huis te halen. De Peruaanse minister van Buitenlandse Zaken, Diego García Sayán, zei dat zijn land „geen hulp nodig heeft om terroristen te bestrijden.”
De recente mislukte gesprekken in het naburige Colombia tussen de regering en de guerrillabeweging FARC, zijn echter aanleiding tot meer Amerikaanse militaire betrokkenheid bij de regio. Bush wil geen onderscheid maken tussen de terroristische guerrillero’s en de drugsmaffioso in dat land, zei hij in een donderdag verschenen vraaggesprek in onder meer de Colombiaanse krant El Tiempo.