Kerk & religie
Heruitgave Leidse Synopsis na tien jaar voltooid

Een internationaal visitekaartje voor de gereformeerde theologie. Zo typeert dr. Dolf te Velde de Leidse dogmatiek ”Synopsis”. De wetenschappelijke heruitgave in drie delen is na tien jaar voltooid.

Klaas van der Zwaag
Dr. Dolf te Velde. beeld RD, Anton Dommerholt
Dr. Dolf te Velde. beeld RD, Anton Dommerholt

De Leidse ”Synopsis Purioris Theologiae” (1625) wilde de gereformeerde orthodoxie verwoorden zoals die na de Dordtse synode (1618-1619) in hernieuwde vorm gestalte kreeg. De term ”zuiver” (purioris) doelt op de zuivering van dwalingen, met name die van het remonstrantisme.

Toen de Dordtse synode de remonstranten de kerk uitstuurde, werd een commissie in het leven geroepen om ook het theologisch onderwijs te zuiveren. De Leidse remonstrant Episcopius moest het veld ruimen, twee nieuwe hoogleraren werden benoemd: Antonius Walaeus (Middelburg) en Antonius Thysius (Harderwijk). Beiden inaugureerden in 1619 en zijn samen met Johannes Polyander (opvolger van Gomarus in 1611) en Andreas Rivetus (in 1620 uit Frankrijk overgekomen) de schrijvers van de Synopsis.

De Synopsis was oorspronkelijk bedoeld om Leidse theologiestudenten te oefenen in het debatteren over dogmatische thema’s. Zij is een bundeling van 52 disputaties, samengevat in –meestal– positief geformuleerde stellingen of theses die nagenoeg het geheel van de theologie bestrijken. De bundel disputaties werd in 1625 onder de titel ”synopsis” (samenvattend overzicht) uitgegeven.

Dr. Te Velde vermoedt dat de Leidse theologen na de remonstrantse episode de wereld wilden laten zien hoe betrouwbaar hun faculteit was geworden. „Omdat de faculteit in een kwaad daglicht was gekomen, koos men voor de term ”zuivere” theologie, in de zin van: hier moet je wezen. Men wilde daarmee een internationaal visitekaartje afgeven.”

De Synopsis was in de zeventiende eeuw het bekendste dogmatische handboek in Nederland, goed voor vier herdrukken. In de negentiende eeuw herleefde de belangstelling binnen het neocalvinisme, toen Herman Bavinck in 1881 een zesde editie publiceerde. De laatste uitgave van de Synopsis was een Nederlandstalige, in 1964, in een vertaling van Dirk van Dijk (in 1975 nog eens herdrukt).

Uitgever Brill uit Leiden heeft de Synopsis in drie delen uitgegeven in een geannoteerde Latijns-Engelse editie met in totaal 1500 bladzijden. Die editie was nodig, zegt Te Velde. „Veel predikanten hebben de uitgave van Van Dijk in de boekenkast staan, maar al begrijp je de woorden, dan begrijp je nog niet altijd de gedachten erachter. Vandaar dat we de Synopsis voorzien hebben van inleidingen en doorlopend commentaar op specifieke termen die voor de denkwereld van toen wel duidelijk waren, maar voor de huidige lezer niet meer.”

In de oorspronkelijke Synopsis stonden ook de namen van de Leidse studenten. Te Velde: „Ze kwamen uit diverse landen, zoals Engeland, Frankrijk en Duitsland. Men maakt tegenwoordig weleens een punt van de internationalisering van het universitair onderwijs, maar in die tijd gold Leiden als een knooppunt van internationale gereformeerde theologie.”

Werkgezelschap

Het project is het werk van het werkgezelschap Oude Gereformeerde Theologie. Het gezelschap werd in 1982 in Utrecht opgericht om de vroegmoderne scholastieke theologie te bestuderen. Drijvende krachten hierachter waren Willem van Asselt (in 2014 overleden) en Antoon Vos (momenteel met pensioen). Beiden waren op het laatst van hun leven verbonden aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) in Leuven en daar actief aan het Instituut voor Post-Reformatorische Studies.

Het huidige bestuur van de –inmiddels geheten– Stichting Oude Gereformeerde Theologie wordt gevormd door Andreas Beck (Leuven), Henk van den Belt (Amsterdam), William den Boer (Kampen) en Te Velde (Kampen/Leuven). Op 4 december vindt aan de ETF een uitgebreide boekpresentatie over het derde deel van de Synopsis plaats.

De Apeldoornse dogmaticus J. van Genderen heeft eens van de Synopsis gezegd dat deze wel een standaardwerk is –al is de vorm gedateerd door de scholastieke leer van de oorzaken– maar het peil van de Institutie van Calvijn beslist niet bereikt.

„Ha, ha. Het is gewoon een heel ander genre. Calvijn was uniek, zijn Institutie ook. Calvijn was humanistisch geschoold, zijn Institutie vooral retorisch opgezet, met aandacht voor Bijbelse achtergronden en praktische vroomheid. Met de Synopsis betreden we de praktijk van de academie en de universitaire theologie. Vandaar dat er meer energie gestopt is in begrippen en argumenten. Je moet er even de moeite voor doen om je erin te verdiepen, maar als je dat gedaan hebt, zie je hoe glashelder men destijds de theologie beoefende. Uit de reacties wereldwijd, bijvoorbeeld uit Amerika, merk ik dat er behoefte is aan een dergelijke theologiebeoefening, waarin stap voor stap en logisch de gereformeerde geloofsleer wordt uiteengezet.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer