Cijfers rond corona moeilijk te vergelijken
In Duitsland en Spanje stijgt het aantal gevallen van corona, in België is de tendens juist weer dalend. Dagelijks komen er uit alle vrijwel alle landen ter wereld nieuwe cijfers binnen. Ze vallen echter niet zomaar goed met elkaar te vergelijken.
Harde, absolute cijfers over het aantal besmettingen per land zeggen lang niet alles. Want het maakt nogal verschil of het over de Verenigde Staten of India gaat, of om een klein land als België of Nederland. Bovendien verschilt de manier van registreren sterk per land. In het algemeen geldt: hoe meer er getest wordt, hoe meer besmettingen er worden vastgesteld. Maar dat betekent dat vergelijking tussen landen niet zomaar goed mogelijk is.
In vergelijkingen moet er dus altijd rekening worden gehouden met dergelijke factoren, maar de betrouwbaarste maatstaf om landen naast elkaar te zetten, is om te kijken naar het aantal doden per miljoen inwoners. Op die manier kunnen grote en kleine landen met elkaar worden vergeleken. Een dergelijke tabel zegt tegelijkertijd veel over de mate waarin een land is getroffen door het coronavirus.
Wie zo naar de cijfers kijkt, ziet bijvoorbeeld dat België relatief harder is getroffen dan de Verenigde Staten, en Zweden harder dan bijvoorbeeld Duitsland. Maar ook hier geldt dat cijfers niet alles zeggen. Belgische virologen legden bijvoorbeeld uit dat ze er aanvankelijk voor kozen alle overlijdens in zorgcentra mee te tellen onder de coronadoden. Steven van Gucht van het Belgische RIVM, Sciensano, gaf als reden daarvoor transparantie. „Als een journalist over enkele weken had ontdekt dat er in de rusthuizen nog honderden doden waren gevallen die niet waren opgenomen in de cijfers, dan hadden we ook een probleem gehad”, zei hij in april. Later is Sciensano de cijfers wel gaan uitsplitsen.
Ongeduld
Uit alle cijfers blijkt hoe dan ook dat het virus nog niet de wereld uit is, wat maakt dat er veel geïnvesteerd wordt in ontwikkeling van medicijnen en vaccins.
Daarbij speelt ook ongeduld een rol. De Amerikaanse president Donald Trump liet zondag, aan de vooravond van de Republikeinse conventie, bijvoorbeeld weten dat geneesmiddelenautoriteit FDA versneld toestemming heeft gegeven voor het gebruik van plasmatherapie. „Dit is een krachtige therapie”, zei de president over de behandeling, waarbij gebruik gemaakt wordt van de antistoffen uit het bloed van donoren die de infectie al hebben doorgemaakt.
De Wereldgezondheidsorganisatie WHO reageerde echter terughoudend op de aankondiging van Trump. „Er is wereldwijd een aantal klinische experimenten gaande. Slecht een paar daarvan hebben tussentijdse resultaten gepubliceerd. En op dit moment is het bewijs dat het werkt nog steeds heel klein”, zei de belangrijkste WHO-wetenschapper, Soumya Swaminathan.
De FDA bood dinsdag excuses aan voor de verwachtingen die het instituut heeft gewekt. „De kritiek (op mijn uitspraken, red.) is geheel gerechtvaardigd”, zei Stephen Hahn van de FDA. Van absolute uitspraken kon nog geen sprake zijn.