Toestand hoofdagent nog steeds kritiek
De toestand van de hoofdagent die donderdagmiddag in de binnenstad van Enschede levensgevaarlijk gewond raakte bij een schietpartij, is stabiel, maar nog steeds kritiek. De Duitse man die op hem vuurde, had eerder brigadier J. Wind doodgeschoten.
Uit piëteit voor Wind hing vrijdag de vlag bij alle politiebureaus in Nederland halfstok. Voor de ingang van het politiebureau in Enschede liggen veel bloemen en hebben mensen kaarsen aangestoken.
Agenten wilden de 45-jarige verdachte in een winkelcentrum aan de Noorderhagen fouilleren op het moment dat die met een drugsdeal bezig was. De Duitser haalde een vuurwapen onder zijn kleding vandaan en loste een schot in de borst van de brigadier. Daarna vluchtte hij, maar werd op de Blijdensteinlaan achterhaald door andere politiemensen. Daar schoot de man opnieuw en raakte de hoofdagent in het hoofd. Even verderop werd de schutter aangehouden.
De 45-jarige verdachte moet begin volgende week voor de rechter-commissaris van de rechtbank in Almelo verschijnen. De precieze datum is nog niet bekend.
De tweede schietpartij, waarbij de hoofdagent in zijn hoofd werd geraakt, had plaats voor het schoolplein van de Montessorischool Het Zeggelt. De politie informeerde gistermorgen de ouders van de leerlingen van de basisschool en de peuteropvang over het incident. Een aantal peuters, leerlingen en leidsters van de peuteropvang heeft de schietpartij van dichtbij gezien. Slachtofferhulp was aanwezig om kinderen en leerkrachten bij te staan.
De politie heeft in de loop van de middag in haar hoofdbureau een condoleanceregister geopend. Volgens een woordvoerder tonen veel mensen hun medeleven. Ook op internet (www. politie.nl/twente) kunnen bezoekers een register tekenen.
De politiebonden hebben aangeslagen gereageerd op de schietpartij. Het is voor het eerst in zeven jaar dat een politieman in Nederland omkomt tijdens zijn werk. „Het kan dan wel zo lang geleden zijn, zoiets went natuurlijk nooit”, zei een woordvoerder van de Nederlandse Politiebond. Zijn collega van de Algemene Christelijke Politiebond beaamt dat. „Iedere politieman of -vrouw die omkomt tijdens het werk, is er één te veel.”
Tot donderdag waren sinds 1977 vier agenten tijdens hun werk door schietincidenten gestorven. In 1977 werd een Utrechtse brigadier gedood door een lid van de Duitse terreurbeweging Rote Armee Fraktion (RAF). In 1992 werd een opperwachtmeester van de rijkspolitie doodgeschoten tijdens een klopjacht in Vinkeveen. Drie jaar daarna vond een agent uit Losser de dood, toen hij een verdachte auto wilde controleren. In 1997 werd een Rotterdamse hoofdagente doodgeschoten bij een arrestatie in Den Haag.
Beide bonden zijn voorstander van het invoeren van een verplicht kogelwerend vest. De Nederlandse politie heeft geen vaste richtlijn voor het dragen van zo’n vest. In elke politieauto liggen er twee. Als een agent vermoedt dat er gevaar voor vuurwapengebruik bestaat, trekt hij er een aan.
Het dragen van zo’n vest is niet standaard, zegt C. den Bakker, woordvoerder van de Raad van Hoofdcommissarissen. De vesten zijn zwaar en beperken de agent in zijn bewegingsvrijheid. Alleen leden van arrestatieteams (AT’s) hebben standaard een vest aan.
Een aantal korpsen werkt sinds enige tijd met steekwerende vesten, bijvoorbeeld tijdens politie-inzet bij voetbalwedstrijden. De minister van Binnenlandse Zaken buigt zich nog over een landelijk geldende instructie voor het gebruik van het steekwerend vest en is hierover in overleg met de bonden.