Spanje haalt met homohuwelijk ‘achterstand’ in
MADRID - Met het besluit om ook in Spanje het homohuwelijk mogelijk te maken, doet de socialistische regering een nieuwe poging om de conservatieve nalatenschap van dictator Franco en de invloed van de Rooms-Katholieke Kerk definitief van zich af te schudden.
„Een historische taak”, noemde Beatriz Gimeno, voorzitter van de Staatsfederatie van Homo’s, Lesbiennes en Transseksuelen, het plan van de regering-Zapatero om het huwelijk ook voor mensen van hetzelfde geslacht open te stellen. Overigens moet het parlement zijn goedkeuring nog aan het voorstel geven. Het kabinet kan echter hoogstwaarschijnlijk op een flinke meerderheid in de volksvertegenwoordiging rekenen. Premier Zapatero kondigde dan ook aan dat de eerste homohuwelijken al begin volgend jaar kunnen worden gesloten.Historisch is het besluit van gisteren ongetwijfeld. Door de grote invloed van de Rooms-Katholieke Kerk stond Spanje jarenlang als een van de meest conservatieve landen van Europa te boek. Onder het bijna veertig jaar durende bewind van generaal Franco -hij overleed in 1975- waren zaken als homoseksualiteit, echtscheiding en abortus volstrekt illegaal.
Die behoudende reputatie is Spanje inmiddels al lang kwijt. In de jaren ’80 maakte het land reeds een maatschappelijke revolutie op het gebied van normen en waarden door. Sinds het aantreden van premier José Luís Rodríguez Zapatero lijken de socialisten echter bezig aan een extra inhaalmanoeuvre om de laatste resten van hun behoudende erfenis overboord te zetten.
Het Spaanse kabinetsbesluit van gisteren betreft niet alleen het legaliseren van het huwelijk tussen personen van dezelfde sekse. De regering wil nadrukkelijk hetero- en homoparen op alle terreinen gelijkberechtigen. Het gaat dan bijvoorbeeld om belastingvoordelen, het recht op alimentatie, erfenis, nabestaandenpensioen en adoptie van kinderen. „Legaliseren van het homohuwelijk is gewoon logisch”, verklaarde vice-premier Maria Teresa Fernandez de la Vega deze week. Ze veegde het argument dat het kabinet aan een sociale revolutie bezig is, resoluut van tafel. „Zo’n 4 miljoen Spanjaarden zijn homo. Dat is ongeveer 10 procent van de bevolking. Waarom zouden zij niet precies dezelfde rechten hebben als iedere andere belastingbetaler?”
De kerken in Spanje hebben verontwaardigd op het wetsvoorstel gereageerd. Juan Antonio Martinez, algemeen secretaris van de Episcopaalse Conferentie van Bisschoppen, noemt de plannen van de regering-Zapatero „absoluut immoreel.” „Het is een drogreden dat een verbintenis tussen twee mannen als huwelijk moet worden beschouwd. Als de wet dergelijke dingen gaat bepalen, introduceren we daarmee een virus, iets heel verkeerds, in onze maatschappij. Dat zal ernstige consequenties hebben”, aldus Martinez.
De Spaanse geestelijke verwijt de regering „een bom te leggen” onder de maatschappelijke samenhang. „Ik weet dat het tegenwoordig bijna afgezaagd is als je spreekt over het traditionele gezin als de hoeksteen van de samenleving en een beroep doet op algemeen aanvaarde normen en waarden. Toch wil ik met alle kracht daar aan vasthouden. Als je het homohuwelijk toestaat, ga je niet alleen lijnrecht tegen de bijbelse regels in, maar ontwricht je ook de sociale structuren. Zelfs als je niet godsdienstig bent, zou dat argument de doorslag moeten geven.”
Voor Martinez komt het kabinetsbesluit overigens niet uit de lucht vallen. Fel: „Dit land is al een tijdlang bezig zijn traditie aan flarden te scheuren. De premier is vastbesloten van Spanje een totaal seculiere staat te maken. Alle privileges van de kerk worden stuk voor stuk geschrapt en op ethisch gebied komt het ene na het andere liberale voorstel: de abortuswet is versoepeld, echtscheiding is gereduceerd tot een simpele formaliteit en nu hebben we de twijfelachtige eer als derde staat in Europa het homohuwelijk binnen te halen.”
Premier Zapatero verklaarde deze week dat hij geen „verbale oorlog” met de Rooms-Katholieke Kerk wil. „Ik heb diep respect voor de opvattingen van de Katholieke Kerk, zelfs als ze kritiek op mijn regering heeft”, benadrukte de eerste minister tijdens een persconferentie.
Zapatero probeert zijn beleid te rechtvaardigen met een beroep op de wens van de Spaanse bevolking. Een recente peiling liet zien dat 70 procent van de Spanjaarden voor invoering van het homohuwelijk is. Dat cijfer geeft iets weer van de algemene secularisatie. Weliswaar zegt 90 procent van de Spaanse burgers rooms-katholiek te zijn, maar slechts eenvijfde van hen gaat regelmatig naar de kerk. De meeste inwoners van het mediterrane land houden er bovendien zeer liberale opvattingen op na als het om sociale en ethische kwesties gaat.
Het einde van de liberalisering lijkt dan ook bepaald nog niet in zicht, getuige ook de uitspraak van de homoseksuele socialistische politicus Pedro Zerolo. „Tijdens de acht jaar dat wij in de oppositie zaten, hebben we altijd tegen de Spanjaarden gezegd: Stem op ons en kies voor een regering die er is voor alle Spanjaarden en zich speciaal voor de minderheden inzet. Het homohuwelijk is slechts een onderdeel van een hele serie sociale hervormingen die wij hebben gepland.”