De nachttrein is weer helemaal terug
Zorgen over het milieu en de coronacrisis veroorzaken een verrassende nieuwe trend: de nachttrein is terug van weggeweest in Europa. Tussen Amsterdam en Wenen kan er vanaf volgend jaar weer liggend getreind worden, terwijl ook landen als Frankrijk en Zweden driftig experimenteren met nachtelijke verbindingen.
Het mag dan een romantische manier van reizen zijn, het is niet meer van deze tijd, zeiden de spoorwegen. Het was 2014 en het besluit was gevallen: ze stopten met de nachttrein van Amsterdam naar Kopenhagen. Reizen deed je niet meer per trein, maar met een spotgoedkoop vliegtuig.
De exploitatie van de nachttrein was al penibel, maar halflege nachttreinen waren al helemaal verre van kostendekkend. Aan het begin van 2017 reed er vanuit Nederland in de zomer geen enkele nachttrein meer. Alleen in de winter was het mogelijk om ’s nachts per trein naar een wintersportlokatie te reizen.
Daar komt volgend jaar weer verandering in: dan vertrekt vanaf Amsterdam Centraal weer een nachttrein naar Wenen, want de slaaptrein is herontdekt. Reizigers en overheden zien het als een milieubewust en corona-veiliger reisalternatief voor het vliegtuig.
Zo wil de Franse president Emmanuel Macron het in 1980 nog bijzonder levendige nachttreinennet van Frankrijk opnieuw tot leven wekken. Van de tientallen lijnen die toen kriskras door het land gingen, zijn er nog maar twee over, maar spoedig zullen dat er meer zijn. „We gaan de nachttreinen opnieuw ontwikkelen”, zei Macron vorige maand. „Zo kunnen we onze uitstoot verlagen.”
Wagon-lit
In Frankrijk was het een eeuw lang heel gewoon om per nachttrein naar andere steden te gaan. Zo gewoon dat zelfs het woord voor slaapwagon, wagon-lit, Frans was. Maar in een modernisatieronde in 1981 werden honderden stations van het nachtnet afgesloten. Later, toen de hogesnelheidslijn zijn intrede deed, vielen nog eens tientallen bestemmingen af voor nachttreinen. Reizigers konden toen overdag veel grotere afstanden afleggen. Nu zullen die verdwenen nachttreinen met hun waggelende couchettes terugkeren, al is nog onbekend wanneer.
Niet lang na Macron deed de Zweedse regering een gelijksoortige aankondiging. Ook daar had de regering het milieu in het achterhoofd toen ze geld vrijmaakte om zowel Stockholm als Malmö met nachttreinen te verbinden aan Hamburg en Brussel. De trein gaat volgend voorjaar rijden: in de lente en herfst alleen in het weekend, in de zomer iedere dag.
De Zweden en de Fransen hebben een voorbeeld genomen aan de Oostenrijkse spoorwegen, die in 2016 een vooruitziende blik hadden toen ze de Duitse slaaptreinen overnamen. Die zijn aangevuld met nieuwe wagons en rijden inmiddels succesvol door Europa.
Een reiziger kan nu ’s avonds in Wenen instappen en de volgende ochtend uitgeslapen wakker worden in Duitsland, Italië of Zwitserland. In september wordt het ook mogelijk slapend van Brussel naar Wenen te gaan en volgend jaar komt daar dus ook Nederland als bestemming bij.
Bottenbibber
Ook de Schotse overheid besloot al te investeren in het nachtspoor. Eén van de twee nog bestaande nachttreinen in het Verenigd Koninkrijk is de Caledonian Sleeper, die in een nacht van Londen naar het puntje van Schotland rijdt. Die nachtelijke trein gold jarenlang als ‘bottenbibber’ – piepend en schuddend bracht hij reizigers naar het noorden. Maar dankzij een financiële injectie glijden diezelfde reizigers in twee- of eenpersoonsbedden nu soepeltjes over het spoor.
Vanaf volgend jaar komt er daarnaast ook nog een nachtelijke treinverbinding tussen Praag en Polen en Oekraïne. De Zwitsers ontwikkelen intussen ook plannen: die willen onder meer in de nacht naar Nederland gaan rijden, maar ook naar Barcelona en Rome.
Naast overheden waarderen ook reizigers de nachttrein meer. Dat was bijvoorbeeld te zien aan de populariteit van de nieuwe zomernachttrein in oostelijk Europa, die stukken populairder bleek dan gedacht. Met de trein kun je van Tsjechië naar Slowakije, Hongarije, Slovenië en uiteindelijk naar het strand in Kroatië.
Opheffing
Het was eerst niet bedacht als een dagelijkse service, maar al snel na de eerste rit op 30 juni bleek er zoveel animo voor de lijn, dat de dienstregeling werd aangepast van drie keer per week naar iedere dag, in ieder geval tot eind september. De prijs van een treinkaartje op de trein naar Kroatië is opzettelijk laag gehouden. Een kaartje inclusief bed kost dertig euro. Ook in Zweden was een nachttrein populairder dan gedacht.
Toch zijn er ook nu nog nachttreinen die worden opgeheven, zoals de trein tussen Parijs en Venetië en die tussen Madrid en Lissabon. Volgens de uitbaters is de vraag naar nachtvervoer ook op die trajecten hoog, maar zijn de exploitatiekosten nog hoger.